Bs 5 bestuiving en bevruchting

Thema 7 Planten 
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 7 Planten 

Slide 1 - Tekstslide

Vrouwelijke bloem
Mannelijke bloem
Meeldraden
Stamper

Slide 2 - Sleepvraag

kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad

Slide 3 - Sleepvraag

Mannelijk voortplantingsorgaan van een bloem
Vrouwelijk voortplantingsorgaan van een bloem
Mannelijke geslachtscellen bij bloemen
Vrouwelijke geslachtscellen bij bloemen
Eicellen
Stuifmeelkorrels
Meeldraden
Stamper

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is bevruchting bij planten?
A
als een plant een vrucht heeft
B
als de kern van de stuifmeelkorrel samensmelt met de kern van de eicel
C
als een boom appels heeft
D
Als een plant stuifmeelkorrels heeft

Slide 5 - Quizvraag

Welk deel van de plant is bedoeld om insecten te lokken?
A
Kelkbladeren
B
Kroonbladeren
C
Bloembodem
D
Stamper

Slide 6 - Quizvraag

Bouw van een Blad
Bladschijf
Zijnerf
Bladmoes
Bladsteel
Hoofdnerf

Slide 7 - Sleepvraag

's nachts doen planten aan fotosynthese
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

De formule van fotosynthese
Wat de plant nodig heeft voor fotosynthese.
Komt vrij na de fotosynthese.
Koolstofdioxide
Water
Glucose
Licht
Zuurstof

Slide 9 - Sleepvraag

In de afbeelding zijn chrysanten getekend.

Kan bij chrysanten in de bladeren fotosynthese plaatsvinden? En in de stengels? En in de wortels? En in de bloemen?


wel fotosynthese
geen fotosynthese
bladeren
stengels
wortels
bloemen

Slide 10 - Sleepvraag

Wie doen er aan verbranding?
A
Alleen consumenten
B
Alleen producenten
C
Alleen reducenten
D
Alle levende organismen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de stroomrichting van de houtvaten?
A
Omhoog
B
Omlaag

Slide 12 - Quizvraag

Wat vervoeren de houtvaten?
A
water en mineralen
B
water en glucose
C
water en zuurstof
D
water

Slide 13 - Quizvraag

Bastvaten
In welke richting verloopt het transport in bastvaten?

A
Van de bladeren naar de wortels.
B
Van de bladeren naar alle delen van de plant.
C
Van de wortels naar de bladeren
D
Van de wortels naar alle delen van de plant.

Slide 14 - Quizvraag

Wat vervoeren de bastvaten?
A
water en mineralen
B
water en glucose
C
water en zuurstof
D
water

Slide 15 - Quizvraag

Transport omhoog in een stengel komt o.a. door worteldruk en ....
A
spierkracht
B
zwaartekracht
C
verdamping van water uit de huidmondjes
D
zuigkracht van de bastvaten

Slide 16 - Quizvraag

Voor de opbouw van welke voedingsstoffen gebruikt een plant nitraten?
A
eiwitten
B
koolhydraten
C
vetten
D
vitamines

Slide 17 - Quizvraag

wat zijn de energierijke stoffen
A
eiwitten, mineralen, vetten
B
alle stoffen
C
eiwitten, koolhydraten en vetten
D
vitaminen en eiwitten

Slide 18 - Quizvraag

Assimilatie is...
A
Opbouw
B
Afbraak

Slide 19 - Quizvraag

Wat is Assimilatie?
A
omzetten van glucose in koolstofdioxide
B
omzetten van glucose in water
C
omzetten van glucose in een andere organische stof
D
omzetten van glucose in warmte

Slide 20 - Quizvraag

Sleepvraag: energierijk of energiearm?
Energierijke stoffen 
Energiearme stoffen 
glucose
water 
zuurstof 
koolstofdioxide
mineralen 
eiwitten
vetten

Slide 21 - Sleepvraag

Kringloop van fotosynthese en verbranding.
Sleep de begrippen naar de goede plaats.
CO2 en H2O
Glucose en O2
Verbranding
fotosynthese

Slide 22 - Sleepvraag

Zet de volgende woorden bij verbranding of bij assimilatie.
Assimilatie
Verbranding
Levert energie op
Kost energie 
Maakt grotere stoffen
Maakt kleinere stoffen

Slide 23 - Sleepvraag

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen
-Je kunt omschrijven wat bestuiving is.
-Je kunt de kenmerken van insectenbloemen en van windbloemen noemen.
-Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt.


Slide 25 - Tekstslide

Bestuiving of geen bestuiving?

Slide 26 - Tekstslide

Bestuiving

Er zijn 2 manieren van bestuiving:

-via insecten 

-via de wind

Slide 27 - Tekstslide

Insectenbloemen
Bestuiving door insecten -> insectenbloemen

Aangetrokken door:
  • Nectar
  • Grote opvallende kroonbladeren
  • Geur

Stuifmeelkorrels zijn ruw en kleverig --> daardoor blijven ze makkelijk plakken aan de rug van het insect. Insect verplaatst en verspreidt de stuifmeelkorrels

Meeldraden en stamper in de bloem.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Windbloemen
Bestuiving door wind -> windbloemen

  • Kleine onopvallende bloemen
  • kroonbladeren zijn meestal groen
  • Maken veel stuifmeel

Wind blaast de stuifmeelkorrels weg, daardoor veel stuifmeel nodig. Zodat ze op de juiste plek komen. Stuifmeelkorrels zijn licht en glad. (daardoor zweven ze makkelijk)

Meeldraden hangen vaak buiten de bloem. Stampers zijn groot en steken vaak buiten de bloem uit.

Slide 30 - Tekstslide

Bevruchting bij planten 

-Stuifmeel landt bovenop de stamper
-Stuifmeelkorrel maakt een stuifmeelbuis
-Stuifmeelbuis groeit naar de eicel 
(in het vruchtbeginsel)
-Kern van de stuifmeelkorrel versmelt met de 
kern van een eicel (bevruchting)
 

Slide 31 - Tekstslide

Bevruchting

Slide 32 - Tekstslide

Veranderingen na bevruchting






  • kroonbladeren vallen af
  • kelkbladeren verschrompelen --> kroontje
  • bevruchte eicel ontwikkelt zich tot zaad
  • vruchtbeginsel ontwikkelt zich tot vrucht
Vruchtbeginsel niet bevrucht = vrucht zonder zaad

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Verspreiding van zaden
-Verspreiding door de plant zelf
-Verspreiding door de wind
-Verspreiding door dieren

Slide 35 - Tekstslide

Door plant zelf
Verspreiding van zaden

Slide 36 - Tekstslide

In de video zie je planten die hun zaden kunnen wegschieten

De vruchten 'ontploffen' en de
zaden worden weggeslingerd!
     Verspreiding door 
            de plant zelf

Slide 37 - Tekstslide

Verspreiding van zaden door wind

Slide 38 - Tekstslide

Verspreiding van zaden 
door vorming vruchtvlees
Verspreiding van zaden 
door haakjes aan de vrucht
verspreiding door dieren

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

vragen
VRAGEN 

Slide 41 - Tekstslide

Hoe wordt deze vrucht met zaden verspreid?
A
Door dieren
B
Door de wind
C
Door de plant zelf

Slide 42 - Quizvraag

Hoe wordt deze vrucht met zaden verspreid?
A
Door dieren
B
Door de wind
C
Door de plant zelf

Slide 43 - Quizvraag

Hoe wordt deze vrucht met zaden verspreid?
A
Door dieren
B
Door de wind
C
Door de plant zelf

Slide 44 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding.
Welk onderdeel van een bloem is onderdeel 1?
A
Bloemkelk
B
Bloemkroon
C
Stamper
D
Stempel

Slide 45 - Quizvraag


Op de afbeelding zie je een windbloem.
Hebben windbloemen nectar?
A
Ja
B
Nee

Slide 46 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding.
Hoe wordt onderdeel P genoemd?
A
Stuifmeelbuis
B
Stijl
C
Pollenbuis
D
Stamper

Slide 47 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding.
Hoeveel zaadbeginsels zijn er
getekend?
A
5
B
6
C
4
D
3

Slide 48 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding.
Is het een insectenbloem of een windbloem?
A
Insectenbloem
B
Windbloem

Slide 49 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding.
Welke pijl of welke pijlen geven bestuiving aan?
A
Alleen pijl 1
B
Alleen pijl 2
C
De pijlen 1 en 2

Slide 50 - Quizvraag

Aan het (huis)werk

Maak 
 bs 5: 1 t/m 8

Klaar? 
-Lees "om te onthouden" en vertel het in eigen woorden na
-Oefen de begrippen (flitskaarten)
-Maak de test jezelf
- biologiepagina.nl







timer
5:00

Slide 51 - Tekstslide

Oefenen
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Bloemen/bouwvandebloem.htm

https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Bouwplant/bouwplant.htm

https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Bouwstengelblad/bouwstengelblad.htm

https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Bestuivingbevruchting/bestuivingbevruchting.htm






Slide 52 - Tekstslide