WiNL_Par_3.1

H3 De wereld van de stad

Wonen in Nederland
Domein Leefomgeving
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3 De wereld van de stad

Wonen in Nederland
Domein Leefomgeving

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je aan het einde van de les?

Hoe de opbouw van de Nederlandse stad eruit ziet.
Waarom de opbouw er zo uitziet.

Slide 2 - Tekstslide

Noem voorbeelden van slechte leefbaarheid van een wijk

Slide 3 - Woordweb

Nederland: stedelijke ontwikkeling

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Link

tot 1960 --> urbanisatie
tussen 1960 en 2000 --> suburbanisatie
nu --> reürbanisatie

In 2005 stad / platteland 50-50. Vanaf toen meer mensen in stad 



Slide 7 - Tekstslide

Wat is een stad? Noem de 4 kenmerken van een stad.

Slide 8 - Open vraag

Kenmerken:
  • Bepaalde omvang, maar kan per land verschillend zijn 
  • Bevolkingsdichtheid of adressendichtheid
  • Hoge bebouwingsdichtheid, hoogbouw
  • Aandeel werk in secundaire en tertiaire sector
  • Groot aantal voorzieningen en functies ook voor het gebied rond de stad.

Slide 9 - Tekstslide

Stedelijk netwerk 
stadsgewest
De dorpjes erom heen hebben een sterke relatie met de stad (= centrale stad) in het midden. Voor: voorzieningen, werkgelegenheid ed. 
Agglomeratie: Stad en dorpen eromheen die aan elkaar vast zijn gegroeid.
stedelijk gebied
Stadsgewesten komen steeds dichter bij elkaar te liggen. Er zijn nauwe contacten tussen. 

Slide 10 - Tekstslide

Europese stad

Slide 11 - Tekstslide

Model van een stad

1. Historische binnenstad/stadscentrum - kantoren
2. oude woonwijken - industrie
3. nieuwe woonwijken - ruimte

Slide 12 - Tekstslide

Binnenstad
- Oude/historische gebouwen
- Steegjes
- Kerkjes

Slide 13 - Tekstslide

Niet altijd een historische binnenstad


Bijv. Geplande steden. Deze steden zijn eerst getekend en daarna gebouwd. Ze kennen geen historische binnenstad en zijn relatief jong. 

Slide 14 - Tekstslide

2. 19e eeuwse wijken
  • Hoge woningdichtheid
  • Krappe, goedkope woningen om de binnenstad heen
  • Nu: veel jongeren en niet-westerse allochtonen
  • Sommige delen zijn opgeknapt: hier wonen hippe, rijke mensen --> gentrificatie

Slide 15 - Tekstslide

Gentrification (schrijf mee!)
Goedkope, verouderde (vooroorlogse) woonwijken -> herstructurering (slopen slechtste deel + bouwen betere woningen) -> interessant voor hogere sociaal-economische klasse (jullie bv) -> stijging voorzieningenniveau

Slide 16 - Tekstslide

De vooroorlogse wijken
  • betere kwaliteit dan arbeiderswoningen 
  • eerste eensgezinswoningen
  • om arbeiderswoningen heen
  • meer groen - tuindorp
  • jaren '30 woningen (Woerden?)

Slide 17 - Tekstslide

De naoorlogse wijken 
  • 1950 - 1970
  • Woningnood 
  • Portiekwoningen  & Hoogbouw
  • veel groen

Slide 18 - Tekstslide

'70 Suburbanisatie
  • Welvaartstijging 
  • Woonerven / Bloemkoolwijken

  • Suburbanisatie: vertrekken jonge gezinnen uit stad naar nieuwe woonwijken rand stad en omliggende dorpen -> aanwijzen groeikernen. 

Slide 19 - Tekstslide

Stadsvernieuwing; 
sloop en nieuwbouw

Slide 20 - Tekstslide

Nieuwbouw - Vinex

Slide 21 - Tekstslide

stadscentrum
arbeiderswijken
naoorlogse wijken
nieuwbouwwijken
jaren-`70-wijken
vooroorlogse wijken

Slide 22 - Sleepvraag

urbanisatie/
suburbanisatie
H3 Start opg 1 en 4
Lezen H3 §1
H3 §1 opg 1, 3, 4, 5, 6, 7 

Slide 23 - Tekstslide