Wonen in Nederland 3.1

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom V5 :)
Terugblik op vorige maand en HUISWERK

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wonen in een stedelijke omgeving
Hoofdvraag:
Hoe kun je de leefbaarheid van (woonwijken in) stedelijke gebieden beïnvloeden?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deelvragen:
Zie blz 93

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 'leefbaarheid'?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leefbaarheid
Met het begrip leefbaarheid wordt aangegeven hoe aantrekkelijk en/of geschikt een gebied of gemeenschap is om er te wonen, of te werken. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een stadsgewest?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een agglomeratie?
geef ook een voorbeeld uit de buurt

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kijk ook kaart GB56 - 62E

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stadsgewest
1.    Woon-werk relatie (arbeidsmarkt en huizenmarkt)
2.    Voorzieningen (verzorgingsgebied)

Zie ook 62E

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opbouw steden
  • Historische binnenstad
  • Negentiende eeuwse-arbeiders- en industriewijken.
  • Vooroorlogse wijken 1900-1940
  • Naoorlogse wijken
  • Verstedelijkt platteland
  • Re-urbanisatie.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Historische binnenstad
•    Middeleeuwen
•    Compact (verdichting in 19de eeuw)
•    Sommige steden geen historische binnenstad (nieuw, oorlog, aaneengegroeid)
•    Zakenwijk (central business distict = CBD)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Negentiende-eeuwse arbeiders- en industriewijken. --> enorme urbanisatie






1870-1900 Eerste industriële revolutie
Soms tuintjes    Rijken villa’s


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooroorlogse wijken 1900-1940
•    Urbanisatie: woningcoöperaties en de Woningwet
•    Tuindorpen
•    Grote huizen langs uitvalswegen


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naoorlogse wijken
•     Woningnood (goedkoop & systeembouw)
•    Gehorige etage- of portiekwoningen
•    Jaren zestig welvaartsstijging koopwoningen -> bloemkoolwijken



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hatert
Malvert

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reurbanisatie.
•    Wat was er aan de hand in de stad?  Verval en leegstand
•    Compactestadbeleid (re-urbanisatie)
•    Vinex-locaties (nieuwe wijken aan de stad), grootschaling, verschillende bouwstijlen.





Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent Vinex (uit Vinex-wijk)
A
Vinnige extremen
B
Vierde Nota Extra
C
Vivant nouveaux extreme
D
Verander in extreme mate

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
Urbanisatie
suburbanisatie
re-urbanisatie

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verstedelijkt platteland
•    Suburbanisatie = de trek vanuit de stad naar de omgeving ervan.
•    Groeikernen (gecontroleerde groei)




Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na 1960 komt de suburbanisatie goed op gang. Wat is de voornaamste oorzaak?
A
Er zijn te weinig woningen in de steden beschikbaar.
B
De mensen krijgen meer kinderen en willen graag ‘in het groen’ wonen.
C
De aanleg van spoorlijnen vanuit de steden naar omringende plaatsen.
D
De stijgende welvaart.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ook bedrijven verlaten de stad. Welk van de onderstaande factoren speelt daarbij geen rol?
A
afname van de bereikbaarheid
B
gebrek aan ruimte in de stad
C
goedkope grond beschikbaar buiten de stad
D
de ontwikkeling van stadsgewesten

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Gentrificatie?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voordeel en een nadeel van gentrification

Slide 30 - Open vraag

+ bewoners knappen zelf woningen op
+ voorzieningenniveau gaat omhoog

- woningen worden duurder
- oorspronkelijke bewoners kunnen huur 
- vaak niet meer betalen
Waar vind je relatief veel Vinex-wijken?
A
in dorpen die kunnen uitbreiden
B
in rurale gebieden met veel ruimte
C
aan de rand van (oude) steden
D
in het Groene Hart

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke maatregelen passen bij het idee van de compacte stad?
A
De aanleg van een Vinex-wijk.
B
Het saneren van een vervallen volksbuurt.
C
Nieuwbouw op een vroeger industrieterrein.
D
Renovatie van een woonwijk.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies