Objectif : Tu comprends une conversation sur la famille et les amis.
Devoirs
Prononciation, ex. 11
ex. 12, 13
Slide 3 - Tekstslide
Devoirs
8BCD, 9B, 10
Ex 9 en 10
Apprendre 3 avoir/ apprendre 4
Y a-t-il des questions ?
Slide 4 - Tekstslide
Prononciation (ex. 11)
Franse neusklanken zijn klinkers die je deels door je neus uitspreekt, bijvoorbeeld :
un bon vin blanc
-> Probeer maar eens om dit zinnetje uit te spreken met je neus dichtgeknepen!
Slide 5 - Tekstslide
edition.thiememeulenhoff.nl
Slide 6 - Link
Prononciation (ex. 11)
In veel Franse woorden zit een neusklank.
In exercice 11 staan 3 voorbeelden, en 8 Franse woorden met een neusklank. Luister naar de uitspraak, en zet een kruisje in de kolom van de klank die je hoort.
Daarna herhaal ik de woorden, en spreken jullie mij na.
Slide 7 - Tekstslide
Écouter (ex. 12, 13)
Je hebt al een hoop woorden geleerd die met familie en vrienden te maken hebben.
Je gaat straks luisteren naar 2 gesprekjes die hierover gaan.
Slide 8 - Tekstslide
Exercice 12
We luisteren beide gesprekjes achter elkaar.
-> Bij het eerste gesprek beantwoord je vraag 1. -> Bij het tweede gesprek beantwoord je vraag 2.
Slide 9 - Tekstslide
Ex. 13- 14
We luisteren beide gesprekjes nog een keer
-> Bij het eerste gesprek beantwoord je vragen 1, 2 & 3 -> Bij het tweede gesprek beantwoord je vragen 4, 5 & 6
Klaar : maak 16A en b
Slide 10 - Tekstslide
Ex. 13
Wat waren jullie antwoorden?
Slide 11 - Tekstslide
Avoir
Slide 12 - Tekstslide
Programme
Objectif : Tu comprends une conversation sur la famille.
Devoirs - ✔
Prononciation, ex. 11 - ✔
ex. 12, 13 - ✔
Slide 13 - Tekstslide
Le prochain cours...
...Grammaire (bezittelijk voornaamwoord).
Devoirs: - Apprendre 4 (blz. 69) leren - Faire (=maken) exercice 14 op blz. 57 (met QR-code!)