Week 16 L1C

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

I / him / see / every Saturday / at the disco

Slide 3 - Open vraag

a letter / every week / send / does / she?

Slide 4 - Open vraag

plays / in the bar / he / sometimes / the piano

Slide 5 - Open vraag

eat / in winter / ice-cream / do / not / I

Slide 6 - Open vraag

right now / having / not / we / dinner / are

Slide 7 - Open vraag

sister / sometimes / My / the / does / ironing

Slide 8 - Open vraag

a / go / with / often / walk / dog / for / We / our

Slide 9 - Open vraag

the / unload / in / the / sometimes / afternoon / dishwasher / I

Slide 10 - Open vraag

after / on / my / I / sister / look / weekends / sometimes / younger

Slide 11 - Open vraag

mother / On / the / my / always / washing / does / Mondays

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Let's practice together!
Welke van de volgende zinnen met een 'tag question' is juist?
A
She can't see him tonight, is she?
B
She can't see him tonight, can she?
C
She can't see him tonight, does she?
D
She can't see him tonight, has she?

Slide 16 - Quizvraag

Let's practice together!
Welke van de volgende zinnen met een 'tag question' is juist?
A
You are working hard, aren't you?
B
You are working hard, don't you?
C
You are working hard, can't you?
D
You are working hard, isn't you?

Slide 17 - Quizvraag


The White House isn't small, .......
A
isnt it ?
B
was it ?
C
isn't he ?
D
is it ?

Slide 18 - Quizvraag

Schrijf de juiste 'tag question' op voor de volgende zin:
Tony can swim, ....................?

Slide 19 - Open vraag

Schrijf de juiste 'tag question' op voor de volgende zin:
Your brother doesn't help you, .............?

Slide 20 - Open vraag

Schrijf de juiste tag question op voor de volgende zin:
They are fast, ...........?

Slide 21 - Open vraag

Schrijf de juiste tag question op voor de volgende zin:
Margaret isn't very fast, ..........?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide