Pré en post operatieve zorg

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van de les
1.  Aan het einde van de les weet je wat pré operatieve zorg is.
2. Aan het einde van de les weet je wat post operatieve zorg is.
3. Weet je welke verpleegkundige zorg belangrijk is met betrekking tot pre en postoperatief

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is pré operatief
Voor operatie (pre = voor)
 
Voorzorgsmaatregelen treffen

Reden: veilig en juiste manier operatie ingaan/opereren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Preoperatief
Vier fasen van de landelijke richtlijn preoperatief traject:
  • spreekuur operateur (chirurg)
  • anesthesiologisch onderzoek en verpleegkundige intake
  • planning van de operatie
  • opname en voorbereiding op de operatie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pré operatief
  • Naar de anesthesist voor lichamelijke controle. 
  • Anamnese door de anesthesist (risico’s, soort en vorm.  toediening anesthesie. 
  • ASA schaal invullen.
  • Anesthesist vraagt zo nodig nog aanvullend onderzoek aan.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

ASA schaal
  • De ASA schaal voor preoperatief onderzoek worden wereldwijd gebruikt als een soort inschatting van de gezondheid en de risico's bij patiënten die geopereerd moeten worden.

  • Anesthesisten stemmen hun screenend onderzoek af op de ASA klasse.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ASA schaal
ASA-klasse I : gezonde persoon, zonder regelmatig medicatiegebruik.


ASA-klasse II : patiënt met een lichte aandoening waarvoor hij al dan niet medicatie neemt; deze aandoening beperkt zijn normale activiteiten niet (bv matige hypertensie onder controle met medicatie ).







Slide 8 - Tekstslide

ASA 1 en 2 poliklinisch anders klinisch
ASA schaal
  • ASA-klasse III : patiënt met een ernstige systeemaandoening waarvoor hij medicatie neemt; deze aandoening beperkt zijn normale activiteiten (bv: longziekten, morbide obesitas).
  • ASA-klasse IV : patiënt met een zeer ernstige systeemaandoening, die een chronische bedreiging voor het leven vormt.
  • ASA-klasse V : een zwaar zieke patiënt waarvan men niet verwacht dat hij nog 24 uur zal overleven, met of zonder ingreep.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anesthesie 
  • lokale anesthesie (plaatselijke verdoving)
  • blokkade-anesthesie
  • algehele anesthesie (narcose)
  • (loco)regionale anesthesie:
epiduraal en spinaal 

Slide 10 - Tekstslide

Lokaal: verdoving en adrenaline (vernauwt bloedvaten)
Blokkade:  depot verdovend middel rondom de zenuw wordt geïnjecteerd.
Algehele: slaap, analgesie en relaxatie
Locoregionaal: 
spinaal: lendewervelniveau, voorbij de dura, onderlichaam verlamt, soms blaas ook, max 4 tot 6 uur, 10 keer sterker dan epiduraal. Na 1,5 tot 5 uur uitgewerkt. Tintelingen kan voorkomen
epiduraal: voor de dura, kan later bijgespoten worden
Opdracht
  • Zoek de onderstaande begrippen op:
  • lokale anesthesie (plaatselijke verdoving)
  • blokkade-anesthesie
  • algehele anesthesie (narcose)
  • (loco)regionale anesthesie: epiduraal en spinaal 

Slide 11 - Tekstslide

Lokaal: verdoving en adrenaline (vernauwt bloedvaten)
Blokkade:  depot verdovend middel rondom de zenuw wordt geïnjecteerd.
Algehele: slaap, analgesie en relaxatie
Locoregionaal: 
spinaal: lendewervelniveau, voorbij de dura, onderlichaam verlamt, soms blaas ook, max 4 tot 6 uur, 10 keer sterker dan epiduraal. Na 1,5 tot 5 uur uitgewerkt. Tintelingen kan voorkomen
epiduraal: voor de dura, kan later bijgespoten worden
Pre operatieve onderzoeken
X-thorax, bloedonderzoek, ECG (hartfilmpje), Echografie, EEG, MRI of CT-scan, Scopie, longfunctieonderzoek, urine onderzoek.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check preoperatieve traject/ voorlichting
  • Ontvangen informatie
  •  opname dag
  •  operatie
  •  post operatief
  •  nazorg naar huis







Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anamnese
  • Allergieën navragen ​
  • Vitale functies meten​
  • Lengte en gewicht​ controleren
  • Medicatiegebruik navragen ​
  • Invullen anesthesie formulier​ invullen> op tijd gestopt / stollingsstatus vermelden​
  • check van pre-operatieve onderzoeken







Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding OK
Nuchter houden​ 

Nagellak en Make-up verwijderen​
Ontharen (indien nodig)​
Sierraden verwijderen​
Ok jasje aandoen​
Pre medicatie​ geven
Protheses verwijderen (gebit/bril/lenzen/gehoorapparaat)​





Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Medewerkers
  1. Chirurg --> Hoofdverantwoordelijk 
  2. Operatieassistenten (Instrumenteren, Assisteren, Omloop)
  3. Anesthesist --> Verantwoordelijk voor narcose
  4. Anesthesieverpleegkundige
  5. Recovery verpleegkundige (Uitslaapkamer)


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veiligheidscontrole

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Post operatieve zorg

Post = Na
Voorkomen en vroegtijdig herkennen
van complicaties na de ingreep
Observeren!


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkoeverkamer/recovery
  • Mondelinge/schriftelijke overdracht naar afdeling of IC.
  • Observeren middels de ABCDE methode
  • Observeren pijn, misselijkheid en nabloedingen
  • Observeren vochtbalans

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Post operatieve zorg VPK
Vitale functies meten (EWS/SBAR inzetten)​

Observeren misselijkheid​, pijnklachten en verwardheid
Urineproductie​ controleren
Wondcontrole​ (nabloeden en infectie)
Controle gevoel in extremiteiten​
Controle drainproductie of bloedverlies elders





Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observeren!
Pijn
Misselijkheid
Verwardheid
Vochtbalans (in en output)
Nabloedingen
Complicaties

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pijnbestrijding
- Pijnprikkel

- Pijngewaarwording

- Pijnbeleving

- Pijngedrag

Slide 24 - Tekstslide

Nociceptie: reactie zintuigcellen op een pijnprikkel
Pijngewaarwording: pijnprikkel overschrijdt een bepaalde drempel
Pijnbeleving: door de registratie komt er een pijnbeleving
Pijngedrag: wisselwerking tussen de pijnlijder en zijn of haar omgeving

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten pijnbestrijding
  • Oraal
  • Pleisters
  • Injecties
  • PCA pomp

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Analgetische ladder

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Post operatieve complicaties
  • Verschilt per operatie (thoraxchirurgie, darmchirurgie, orthopedie enz)
  • POWI = post operatieve wondinfectie --> infectie binnen 30 dagen na operatie

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pneumonie
Pneumothorax
Longembolie
Trombose
Bloeding
Ileus
Obstipatie
Naadlekkage
Misselijkheid
Pijn
Vertraagde wondgenezing
Infectie
Peritonitis

Delier
Dehydratie
Ureterlekkage
Urine retentie
CVA
Myocardinfarct
Decubitus

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Post operatieve complicaties voorkomen
  • Werken volgens voorschrift/protocol
  • Volgen preoperatieve zorg (bijv. voorlichting stoppen met roken, premedicatie)
  • zsm mobiliseren
  • voedingstoestand monitoren 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken praktijksituaties, module 2
  • Olof heeft een andere vakantie dan gedacht
  • Meneer Krijgsman komt van de operatiekamer
  • Sheila mag mee naar de operatiekamer

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies