Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Taal in stappen voorzetsels
Een les over voorzetsels
Na deze les kun je:
* voorzetsels opnoemen.
* voorzetsels gebruiken in een zin.
1 / 11
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
In deze les zitten
11 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Een les over voorzetsels
Na deze les kun je:
* voorzetsels opnoemen.
* voorzetsels gebruiken in een zin.
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn
voorzetsels
?
Een voorzetsel
staat vaak voor een
zelfstandig naamwoord.
Een zelfstandig naamwoord is een woord waar je
de het een
voor kunt zetten.
Slide 2 - Tekstslide
Hier een paar voorbeelden:
De tafel
Het kastje
3 voorbeelden van een zelfstandig naamwoord:
de
tafel
het
boek
een
fiets
Slide 3 - Tekstslide
De stoel
De stoel staat achter de tafel.
Kunnen jullie zelfstandig naamwoorden noemen? Ik help jullie.
Slide 4 - Tekstslide
Nu gaan we verder met
de voorzetsels
.
Welke
voorzetsels
gebruiken we veel?
voor, achter, naast,
i
n,
op,
door,
over
uit, boven,
onder,
om, tegen.
De stoel staat
achter
de tafel.
De lamp hangt
aan
het plafond.
De tafel staat
tegen
de muur.
De bloemen staan
op
de tafel.
Slide 5 - Tekstslide
Klik op het pijltje en kijk naar de video.
Slide 6 - Tekstslide
Laten we oefenen.
op - achter - boven - naast - onder
1) De stoel staat ............................de tafel.
2) De lamp hangt ........................de tafel.
3) Het kopje staat.................... de computer.
4) De kat zit .............................de tafel.
5) De computer staat........................de tafel.
Slide 7 - Tekstslide
aan - voor - door - in - naar
6) De klok hangt ....................de muur.
7) Piet kijkt ..............................het raam.
8) Piet rijdt .......................... zijn werk.
9) Het meisje loopt .........................de regen.
10) De stoel staat ................................de tafel.
Slide 8 - Tekstslide
Luister naar de zin. Welk voorzetsel hoor je?
1 A B
2 A B.
3 A B
4 A B
5 A B
6 A B
7 A B
8 A B
Slide 9 - Tekstslide
Maak een zin met één van deze voorzetsels:
1 achter. 6 aan
2 boven. 7 door
3 naast 8 naar
4 onder. 9 in
5 op. 10 voor
Slide 10 - Tekstslide
DigLin:
Tabblad -
Woorden
Slide 11 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Taal in stappen voorzetsels
Juni 2022
- Les met
11 slides
NT2
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Voorzetsels (alfa)
April 2023
- Les met
10 slides
NT2
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Voorzetsels in het Nederlands
Maart 2023
- Les met
38 slides
door
A-NT2 maar mee!
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
A-NT2 maar mee!
Woordsoorten
Mei 2022
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
Taal in stappen boek B blz. 16
September 2021
- Les met
11 slides
NT2
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
04-02-2021 donderdag HIB3
Februari 2021
- Les met
12 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
2 vwo 22-26 november voorzetselvoorwerp en tijd werkwoorden
November 2021
- Les met
28 slides
Nederlands
Secondary Education
VOORZETSELS
Februari 2024
- Les met
32 slides
NT2
Secondary Education