MW12 H6 instaptoets voorkennis - huiswerkcontrole

Statistiek - instaptoets voorkennis
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Statistiek - instaptoets voorkennis

Slide 1 - Tekstslide


Hoeveel km fietsen de vrienden op dinsdag?
A
3 km
B
25 km
C
30 km
D
75 km

Slide 2 - Quizvraag


Op hoeveel dagen fietsen zij meer dan 30 km?
A
1 dag
B
2 dagen
C
3 dagen
D
4 dagen

Slide 3 - Quizvraag


Rik heeft een cirkeldiagram van zijn vrijetijdsbesteding
gemaakt. Het gaat in totaal om 20 uur vrije tijd.
Besteedt Rik meer of minder dan 10 uur aan sport?

A
meer dan 10 uur sport
B
minder dan 10 uur sport

Slide 4 - Quizvraag


Rik heeft een cirkeldiagram van zijn vrijetijdsbesteding
gemaakt. Het gaat in totaal om 20 uur vrije tijd.
Rik besteedt precies een kwart van de tijd aan andere hobby's. Hoe groot is de sectorhoek van 'anders'?

A
25 graden
B
45 graden
C
90 graden
D
180 graden

Slide 5 - Quizvraag


In het staafdiagram hiernaast zie je de gewonnen medailles van Nederland, Duitsland en Frankrijk op de Olympische winterspelen. Hoeveel gouden medailles heeft Duitsland meer gewonnen dan Nederland?
A
14
B
3
C
6
D
8

Slide 6 - Quizvraag


Welk proefwerkcijfer is de modus?
A
4
B
5
C
6,5
D
7,1

Slide 7 - Quizvraag


Waarover gaat het cirkeldiagram hiernaast?
A
basisberoepsgerichte leerweg (BB)
B
kaderberoepsgerichte leerweg (KB)
C
leerlingenaantallen in het vmbo 2017
D
theoretische leerweg (TL)

Slide 8 - Quizvraag


Hoeveel sectoren heeft dit cirkeldiagram?
A
106379 samen
B
4 sectoren
C
7 sectoren
D
Ik weet niet wat een sector is

Slide 9 - Quizvraag


Is de sector TL meer of minder dan 25% ?
A
meer dan 25 %
B
minder dan 25 %
C
dat kun je niet weten
D
het lijkt alleen maar groter

Slide 10 - Quizvraag

Welk getal is de modus in het volgende rijtje waarnemingen:

14, 15, 15, 16, 17, 17, 18, 18, 18, 19, 20, 21
A
15
B
17
C
18
D
21

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor frequentie?
A
tabel
B
aantal
C
gemiddelde
D
turf

Slide 12 - Quizvraag


Welke klasse is de modale klasse?
A
400-500
B
600-700
C
800-900
D
900-1000

Slide 13 - Quizvraag