W44 - §2.3 Geld te kort?

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag...
  • Leerdoelen §2.3 Geld te kort? (+/- 5 min)
  • Samenvattende vragen §2.3 Geld te kort? (+/- 10 min)
  • Uitleg (+/- 15 minuten)
  • Zelfstandig werken (+/- 20 minuten)
  • Laatste 30 minuten: Toets H1 bespreken (+/- 30 min)

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 13

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 13

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 13

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 13

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen, aan het einde van de les kun je...
  1. Redenen noemen waarom mensen geld lenen.
  2. Uitleggen hoe lenen bij een bank werkt.
  3. De kosten van een lening berekenen.
  4. Een percentage uitrekenen.

Slide 7 - Tekstslide

Samenvattende vragen 2.3
Wat? Samenvattende vragen §2.3
Hoe? Zelfstandig & in stilte
Hulp? Vraag het aan de docent!
Tijd? 10 minuten
Klaar? Nakijken! 
Daarna? Verder met de opdrachten uit je boek.
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Waarom zou je lenen?
  • Lenen betekent dat je geld gebruikt dat van een ander is.
  • Er zijn verschillende redenen om te lenen:
  1. Je wilt iets duurs nu hebben, maar hebt niet genoeg geld.
  2. Je hebt onverwacht dringend geld nodig. Bijvoorbeeld als je de reparatie van je kapotte laptop moet betalen.

Slide 9 - Tekstslide

Lenen bij een bank (1)
  • Bij een bank betaal je een lening per terug met een vast bedrag per maand. Dat heet de maandtermijn.
  • De maandtermijn bestaat uit twee delen:
  1. De aflossing is het terugbetalen van een deel van het geleende bedrag.
  2. Een extra bedrag voor rente. 
  • De rente bij een lening is een vergoeding die je aan de bank betaalt omdat je hun geld mag gebruiken.

Slide 10 - Tekstslide

Lenen bij een bank (2)

Slide 11 - Tekstslide

Lenen bij een bank (3)
Stel je leent € 1.200,- bij de bank. Deze lening betaal je in 12 maanden terug met een vast bedrag per maand. Over deze lening betaal je 5% rente. Wat is dan de maandtermijn?
  • € 1.200 ÷ 12 maanden = € 100,- aflossing per maand 
  • € 100 ÷ 100 x 5 = € 5,- rente per maand
  • Maandtermijn = aflossing + rente 
  • € 100 (aflossing) + € 5 (rente) = € 105,- (maandtermijn)

Slide 12 - Tekstslide

Lenen bij een bank (4)
  • € 100 (aflossing) + € 5 (rente) = € 105,- (maandtermijn)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat kost een lening?
  • Je leent € 1.200. Deze lening betaal je in 12 maanden terug. Over deze lening betaal je 5% rente. 
  • € 100 (aflossing) + € 5 (rente) = € 105,- (maandtermijn)
  • Wat heeft deze lening na 12 maanden gekost?
  • € 105 x 12 = € 1.260,-
  • € 1.260 - € 1.200 = € 60 (rente) heeft de lening gekost.
  • Alles wat je méér terugbetaalt dan je geleend hebt, 
  • noem je de kosten van een lening.

Slide 15 - Tekstslide

Wat kost een lening?
  • Je leent € 1.200. Deze lening betaal je in 12 maanden terug. Over deze lening betaal je 5% rente. 
  • € 100 (aflossing) + € 5 (rente) = € 105,- (maandtermijn)
  • Wat heeft deze lening na 12 maanden gekost?
  • € 105 x 12 = € 1.260,-
  • € 1.260 - € 1.200 = € 60 (rente) heeft de lening gekost.
  • Alles wat je méér terugbetaalt dan je geleend hebt, 
  • noem je de kosten van een lening.

Slide 16 - Tekstslide

Hoeveel procent is dat? (1)
Voor een lening van € 1.200 heb je € 60 rente betaald. Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag?

Slide 17 - Tekstslide

Hoeveel procent is dat? (2)
Voor een lening van € 1.200 heb je € 60 rente betaald. Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag?
€ 60

Slide 18 - Tekstslide

Hoeveel procent is dat? (3)
Voor een lening van € 1.200 heb je € 60 rente betaald. Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag?
€ 60
€ 1.200

Slide 19 - Tekstslide

Hoeveel procent is dat? (4)
Voor een lening van € 1.200 heb je € 60 rente betaald. Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag?
€ 60
€ 1.200
5

Slide 20 - Tekstslide

Zelfstandig werken!
Wat? Opdrachten §2.3 & Samenvattende vragen §2.3
Hoe? Zelfstandig & in stilte
Hulp? Vraag het aan de docent!
Tijd? Tot 30 minuten vóór einde van de les.
Klaar? Nakijken!

Slide 21 - Tekstslide

Toets Hoofdstuk 2 Planagenda!
Wanneer? 25 november 2024
Wat? Hoofdstuk 2, paragraaf 1 t/m 4
Hoe kun je leren?
  • Huis-/maakwerk maken en nakijken; 
  • Samenvattende vragen maken en nakijken;
  • Blauwe en groene blokjes leren;
  • Rekentrainer, samenvattingsopdrachten, herhalingsopdrachten en plusopdrachten maken, en;
  • Goed meedoen tijdens de les!

Slide 22 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?

Slide 23 - Tekstslide