Politicologie leren
1 / 31
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat wordt volgens Bachrach en Baratz bedoeld met de term "non-decision-making"?
A
Het besluit om geen actie te ondernemen
B
Het besluit om geen actie te ondernemen
C
Het verwijderen van bepaalde kwesties van de politieke agenda voordat ze besproken worden
D
Een besluit dat wordt genomen zonder dat het publiek het weet
Slide 4 - Quizvraag
Volgens het pluralisme is macht in de samenleving:
A
Geconcentreerd in de handen van een elite
B
Gelijkmatig verdeeld, zodat niemand voortdurend de macht heeft
C
Constant in de handen van de rijkste groep
D
Constant in de handen van de rijkste groep
Slide 5 - Quizvraag
Welke dimensie van macht houdt zich bezig met "thought control" volgens Steven Lukes?
A
De eerste dimensie
B
De tweede dimensie
C
De derde dimensie
D
De vierde dimensie
Slide 6 - Quizvraag
Leg uit wat het verschil is tussen de eerste en tweede dimensie van macht volgens het werk van Steven Lukes.
Slide 7 - Open vraag
Beschrijf de kritiek van Bachrach en Baratz op het pluralisme.
Slide 8 - Open vraag
Volgens Steven Lukes’ derde dimensie van macht kunnen mensen hun eigen belangen niet altijd duidelijk zien omdat hun voorkeuren gevormd worden door ideologische en sociale structuren
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de centrale focus van de "Politics as the art of government"-benadering volgens Heywood?
A
Macht en gezag
B
Overheid en bestuur
C
Compromis en concensus
D
Openbare aangelegenheden
Slide 10 - Quizvraag
De aspectbenadering van politiek richt zich op politiek als een specifiek domein van overheidsinstellingen en staatszaken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Politiek volgens Lasswell’s benadering richt zich op het vraagstuk: “Wie krijgt wat, wanneer en hoe?”, wat valt onder de _____________ benadering.
A
Domein
B
Aspect
Slide 12 - Quizvraag
Leg uit hoe de domeinbenadering en aspectbenadering van politiek verschillen van elkaar.
Slide 13 - Open vraag
Politiek kan worden onderverdeeld in drie belangrijke dimensies: polity, politics en policy. Welke van de volgende beschrijvingen hoort bij de term policy?
A
De structuren en organisaties van de overheid en andere gezaghebbende instellingen.
B
De machtsstrijd om conflicten op te lossen en waardevolle zaken toe te delen.
C
Het beleid dat bepaalt hoe de samenleving eruit zou moeten zien en welke middelen daarvoor nodig zijn.
Slide 14 - Quizvraag
Wat is volgens Van Deth & Vis een politiek probleem?
A
Een situatie waarbij de overheid altijd moet ingrijpen.
B
Een ongewenste en veranderbare situatie waarbij de overheid betrokken is of zou moeten zijn.
C
Een situatie die door een conflict wordt veroorzaakt zonder inmenging van de overheid.
Slide 15 - Quizvraag
Volgens Lasswell en Kaplan gaat politiek over het vormen en verdelen van macht in een samenleving.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Wat zijn de kenmerken van publieke goederen (collectieve goederen) in de context van politiek en collectieve-actieproblemen?
A
Ze zijn deelbaar en alleen beschikbaar voor mensen die betalen
B
Ze zijn ondeelbaar en niet-uitsluitbaar.
C
Ze zijn altijd door privébedrijven geproduceerd.
Slide 17 - Quizvraag
In welk model spelen hindermacht & realisatiemacht een belangrijke rol?
A
Het systeemmodel
B
Het barrièremodel
C
Het stromenmodel
Slide 18 - Quizvraag
In welk model ontstaat er een "window of opportunity"?
A
Het systeemmodel
B
Het barrièremodel
C
Het stromenmodel
Slide 19 - Quizvraag
In welk model wordt het besluitvormingsproces benaderd als een machine?
A
Het systeemmodel
B
Het barrièremodel
C
Het stromenmodel
Slide 20 - Quizvraag
De petitie voor de 'sleepwet' werd in 2017 ruim 400.000 keer ondertekend. Bij welke stap van omzetting hoort deze actie?
De petitie voor de 'sleepwet' werd in 2017 ruim 400.000 keer ondertekend. Bij welke stap van omzetting hoort deze actie?
A
Politieke agendavorming
B
Beleidsvoorbereiding
C
Beleidsbepaling
D
Geen een
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van "output" in het systeemmodel van besluitvorming?
A
De invoering van een nieuwe verkeerswet om snelheidsovertredingen te verminderen
B
Een debat in het parlement over werkloosheidsuitkeringen
C
Een krant die een kritisch artikel publiceert over overheidsbeleid
D
De organisatie van een protest tegen klimaatverandering
