§6.3 besluitvormingsmodellen

Wat gedaan? 
Representatie
Representativiteit
Afspiegelingsmodel
Rolmodel
Partijenmodel
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat gedaan? 
Representatie
Representativiteit
Afspiegelingsmodel
Rolmodel
Partijenmodel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie spelen er een hoofdrol bij policy?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Actoren
Politieke partijen 
- recrutering en selectiefunctie
- mobilisatie
- Articulatie
- Aggregatie
- Communicatie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actoren
Pressiegroepen
Pressie- en actiegroepen kunnen verschillende dingen doen om aandacht te trekken:
Lobbyen bij politici en politieke partijen.
Demonstreren
Publiciteitscampagne voeren via de massamedia
Sleutelposities in belangrijke commissies e.d. in handen krijgen
Bezwaarschriften indienen
Burgerlijke ongehoorzaamheid door de wet te overtreden (vaak voor groot probleem als racisme e.d.)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actoren media
- Commercieel
- Berichtgeving = persoonlijker
- Meer sprake van mediahypes
- Selectiefunctie (poortwachter) 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Framing en issue ownership

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies


A
Aggregatie
B
Rekrutering
C
Communicatie
D
Articulatie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

§6.3 Besluitvormingsmodellen en actoren. 

Slide 18 - Tekstslide

pagina 106

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 Modellen
Systeemmodel
Barrièremodel
Stromenmodel

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekst

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



De petitie voor de 'sleepwet' werd in 2017 ruim 400.000 keer ondertekend. Bij welke stap van omzetting hoort deze actie?
De petitie voor de 'sleepwet' werd in 2017 ruim 400.000 keer ondertekend. Bij welke stap van omzetting hoort deze actie?
A
Politieke agendavorming
B
Beleidsvoorbereiding
C
Beleidsbepaling
D
Geen een

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke factoren hebben allemaal invloed op de omgeving waarin policy zich afspeelt?

Slide 29 - Open vraag

6.3 Omgevingsfactoren

Er zijn zes soorten nationale omgevingsfactoren:

Economische factoren , zoals de conjunctuur, hebben invloed op input en output. Het heeft invloed op het soort eisen dat gesteld wordt, maar bij een betere economische situatie kan de overheid ook meer problemen oplossen.
Culturele factoren. Politieke speelruimte wordt beperkt door dominante normen en waarden (zichtbaar in gevoelige kwesties als abortus etc.) . In de politiek zijn we gewend coalities te vormen en compromissen te sluiten (consensuspolitiek of poldermodel).
Demografische factoren . Zo staat de politieke agenda nu vol met dingen die te maken hebben met de vergrijzing. Doordat aan zulke kwesties ook veel geld besteed wordt, hebben andere beleidsterreinen hebben minder geld om problemen op te lossen.
Geografische factoren . We zijn een handelsland geworden, dus veel projecten die hiermee te maken hebben, zoals Tweede Maasvlakte en uitbreiding Schiphol, krijgen prioriteit.
Technologische mogelijkheden . Des te meer mogelijkheden, des te beter de bestrijding van een probleem (bijv. DNA-technologie voor criminaliteitsbestrijding)
Sociale omstandigheden. In een zeer verdeelde klassensamenleving (sociaal-economisch en/of cultureel) is het voor politici moeilijker maatschappelijk draagvlak te vinden voor beslissing.
Er zijn drie soorten internationale omgevingsfactoren:
Internationale organisaties, zoals de NAVO en de EU, scheppen verschillende verplichtingen en dwingen Nederland mee te werken aan Europese/ wereldlijke problemen, zodat nationale problemen minder aandacht krijgen.
Internationale verdragen , zoals het EVRM en het Vluchtelingenverdrag, dwingen Nederland bepaalde dingen te doen, terwijl de bevolking het er niet mee eens is( bijv. vluchtelingen opnemen).
Internationale ontwikkelingen moeten ongevraagd veel aandacht krijgen. Denk hierbij aan terrorisme, klimaatverandering, wereldeconomie etc. Dit gaat ten koste van nationale problemen.
Omgevingsfactoren
1. Economische factoren , zoals de conjunctuur, hebben invloed op input en output. 
2. Culturele factoren. Politieke speelruimte wordt beperkt door dominante normen en waarden 
3. Demografische factoren 
4. Geografische factoren . 
5. Technologische mogelijkheden . 
6. Sociale omstandigheden. I

Internationale organisaties, zoals de NAVO en de EU, scheppen verschillende verplichtingen en dwingen Nederland mee te werken aan Europese/ wereldlijke problemen, zodat nationale problemen minder aandacht krijgen.
Internationale verdragen , zoals het EVRM en het Vluchtelingenverdrag, dwingen Nederland bepaalde dingen te doen, terwijl de bevolking het er niet mee eens is( bijv. vluchtelingen opnemen).
Internationale ontwikkelingen moeten ongevraagd veel aandacht krijgen. Denk hierbij aan terrorisme, klimaatverandering, wereldeconomie etc. Dit gaat ten koste van nationale problemen.



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgevingsfactoren deel 2
Er zijn drie soorten internationale omgevingsfactoren:
- Internationale organisaties, zoals de NAVO en de EU, scheppen verschillende verplichtingen en dwingen Nederland mee te werken aan Europese/ wereldlijke problemen. 
- Internationale verdragen , zoals het EVRM en het Vluchtelingenverdrag, dwingen Nederland bepaalde dingen te doen, terwijl de bevolking het er niet mee eens is( bijv. vluchtelingen opnemen).
- Internationale ontwikkelingen moeten ongevraagd veel aandacht krijgen. Denk hierbij aan terrorisme, klimaatverandering, wereldeconomie etc. Dit gaat ten koste van nationale problemen.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Barrièremodel
In verschillende fases moeten barrières genomen worden om tot nieuw beleid te komen.
Sommige actoren hebbn de macht om barrières te kunnen nemen: realisatiemacht

Andere actoren zullen proberen te verhinderen dat er een nieuwe wet of maatregelkomt. Zij hebben hindermacht

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Barrièremodel van Bachratz en Barach (theorie)

Slide 33 - Tekstslide

Figuur op blz 110
Barrièremodel
De verschillende barrières die genomen moeten worden:
  1. (H)erkennen van het probleem: pas als een of meerdere partijen een probleem (h)erkennen is er sprake van een politiek probleem
  2. Afwegen van wensen en verlangens: agenda-setting
  3. Besluitvorming: het beleid wordt bepaald
  4. Uitvoering: het uitvoeren van het beleid door ambtenaren, hiervoor is wel draagvlak nodig. Als dat er bijvoorbeeld niet is, kan gebruik gemaakt worden van hindermacht.




Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Barrièremodel van Bachratz en Barach (praktijk)

Slide 35 - Tekstslide

Figuur op blz 111
Barriere; hoe te nemen?
Realisatiemacht: Sommige actoren hebben de (politieke) macht om een barrière te nemen. 
Hindermacht: Anderen hebben juist de macht om te verhinderen dat een ander de barrière neemt. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stromenmodel
Dit model gaat uit van een toevallige samenloop van drie stromen:
  1. Een probleemstroom
  2. Een oplossingenstroom
  3.  De partijenstroom (actoren)
De drie stromen moeten als een rivier bij elkaar komen om het probleem aan te kunnen pakken.




Als partijen een probleem willen aanpakken en er een oplossing is, kan er een besluit worden genomen over het beleid. Dit noemen we een window of opportunity.
Het momentum is belangrijk.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stromenmodel
Het stromenmodel heeft drie verschillende stromingen:
1. Problemenstroom
2. Oplossingenstroom
3. Partijenstroom


Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Dit is een samenvatting van paragraaf 3
Opdracht 18 

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies