Recap unit 1 1thavo+

PW unit 1
all words
all phrases
all grammar 
p. 153 - 158
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

PW unit 1
all words
all phrases
all grammar 
p. 153 - 158

Slide 1 - Tekstslide

Grammar unit 1
Personal pronouns (I, you, he)
To be 
A / an
This / that / these / those 
Cardinal numbers

Slide 2 - Tekstslide

Personal pronouns:
What do you remember?
Can you name them?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord
Het is een kort woordje dat je kunt gebruiken in plaats van een persoon of personen

Die man in de zwarte jas loopt snel.
Hij loopt snel.
De kinderen uit de klas leren goed.
Zij leren goed.

Slide 5 - Tekstslide

LET OP! HET ENGELSE WOORD 'I' SCHRIJF JE ALTIJD MET EEN HOOFDLETTER, OOK AL STAAT HET MIDDEN IN DE ZIN!
Dit zijn persoonlijke voornaam-
woorden die gaan over het ONDERWERP. Ze staan aan het begin van de zin.

Slide 6 - Tekstslide

Let op!
In het Engels heb je twee keer het persoonlijk voornaamwoord: you

you betekent: jij en jullie

Slide 7 - Tekstslide

Let op!
In het Nederlands heb je twee keer het persoonlijk voornaamwoord: zij

zij betekent: 1 meisje en een groep
 Zij heeft een hond.
Zij hebben een hond.

Slide 8 - Tekstslide

Vul aan:
___ (ik) am 12 years old.
A
You
B
He
C
They
D
I

Slide 9 - Quizvraag

Vul aan:
___ (zij) is late for school.
A
They
B
She
C
He
D
It

Slide 10 - Quizvraag

Vul aan:
___ (hij) is taller than me.
A
he
B
we
C
she
D
you

Slide 11 - Quizvraag

_____(we) are going to play football.
A
you
B
we
C
I
D
they

Slide 12 - Quizvraag

....is my sister.
Here are James and Tim, ......are best friends.
......is my best friend, his name is James.
....am twelve years old and live in Horst.
She
They
He
I

Slide 13 - Sleepvraag

to be:
what do you remember?

Slide 14 - Woordweb

(to be)
He ..... my brother.
A
am
B
are
C
is

Slide 15 - Quizvraag

(to be)
We ..... at school.
A
am
B
are
C
is

Slide 16 - Quizvraag

(to be)
Where ..... I?
A
am
B
are
C
is

Slide 17 - Quizvraag

(to be)
..... you at home tonight?
A
am
B
are
C
is

Slide 18 - Quizvraag

Make notes!

Slide 19 - Tekstslide

... magazine
A
A
B
An

Slide 20 - Quizvraag

... unicorn
A
a
B
an

Slide 21 - Quizvraag

... umbrella
A
a
B
an

Slide 22 - Quizvraag


.....hour
A
a
B
an

Slide 23 - Quizvraag


..... aunt
A
a
B
an

Slide 24 - Quizvraag

... snake
A
a
B
an

Slide 25 - Quizvraag


...... apple

A
a
B
an

Slide 26 - Quizvraag


...... movie
A
an
B
a

Slide 27 - Quizvraag

... cake
A
a
B
an

Slide 28 - Quizvraag

..... hamster
A
a
B
an

Slide 29 - Quizvraag

... answer
A
A
B
An

Slide 30 - Quizvraag

This
That

These
Those

Slide 31 - Sleepvraag

Die mensen: ... people
A
these
B
those
C
this
D
that

Slide 32 - Quizvraag

Deze tafel: ... table
A
these
B
those
C
this
D
that

Slide 33 - Quizvraag

Dat huis: ... house
A
these
B
those
C
this
D
that

Slide 34 - Quizvraag

Dichtbij: ... dress
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 35 - Quizvraag

Use: this, these, that, those:

I want ... books over there.
A
this
B
these
C
that
D
those

Slide 36 - Quizvraag

Use: this, that, these, those

... colours look beautiful on you!
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 37 - Quizvraag

Use: this, that, these, those

... is your pen over there on the desk.
... is my pen here
A
This, This
B
That, That
C
This, That
D
That, This

Slide 38 - Quizvraag

Use: this, that, these, those

... balloons here are nicer than ... ones over there.
A
Those, these
B
These, those
C
This, that
D
That, this

Slide 39 - Quizvraag