6.2 Voedselproductie

Mens en milieu
6.2 Voedselproductie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mens en milieu
6.2 Voedselproductie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Nabespreken
  • verwerken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt de oorzaken en gevolgen van eutrofiëring van water uitleggen en mogelijke oplossingen hiervoor aandragen.
  • Je kunt uitleggen op welke manieren een optimale productie van voedsel kan worden verkregen en wat de eventuele gevolgen hiervan voor de natuur zijn.
  • Je kunt de verschillen in de wijze van voedselproductie in de gangbare en de biologische landbouw beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselproductie
Om de voedselproductie zo efficiënt mogelijk te maken proberen boeren invloed te hebben op de abiotische en biotische factoren

Abiotische factoren:
  • Mest
  • Extra CO2
  • Kassen
Biotische factoren:
  • Bestrijding van ongedierte

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bescherming
Één van de grootste uitdagingen voor boeren: beschermen van hun gewassen en vee tegen ziekten en plagen (insecten, bacteriën en schimmels)

Om gewassen en vee te beschermen maken boeren gebruik van bestrijdingsmiddelen:
  • Chemische bestrijdingsmiddelen
  • Biologische bestrijdingsmiddelen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chemische bestrijding
Chemische bestrijdingsmiddelen (gif), heten over het algemeen pesticiden
- Insecticiden - tegen insecten
- Herbiciden - tegen onkruid

Voordelen: snel, goedkoop, effectief
Nadelen: Persistentie, resistentie, niet soort-specifiek, komt in drink- en grondwater terecht. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chemische bestrijdingsmiddellen
Boeren maken vaak gebruik van pesticiden om hun gewassen te beschermen tegen insecten

Er zijn 2 verschillende soorten insecticiden:
  • Niet-soort specifiek (dood alle insecten)
  • Soortspecifiek (dood één specifieke soort)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

resistentie tegen pesticiden
door gebruik van pesticiden: selectiedruk
resistentie tegen pesticiden blijkt een zeer groot selectievoordeel
deze individuen planten vaak voor 
resistentie breidt daardoor zeer snel uit
gebruik van pesticide niet meer effectief

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bescherming tegen ziekten en plagen 
Sommige pesticiden zijn persistent
kan niet of zeer langzaam natuurlijk worden afgebroken

accumulatie: de pesticiden hopen op door de voedselketen heen

De biomassa neemt af in ieder trofisch niveau. De hoeveelheid pesticide blijft gelijk.
Toppredator krijgt hierdoor teveel pesticide binnen en kan ziek worden.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monocultuur
Wat houdt dat in?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monocultuur
Wisselcultuur

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloeden op planten
Bemesting, bodembewerking, bescherming tegen ziekten en plagen en voedingsstoffen in de bodem zijn van belang.
Voedingsstoffen verdwijnen doordat 
-1- gewassen van het land weggehaald worden
-2- door regen op een kale bodem mineralen uitspoelen naar diepere lagen.
Oplossing: bemesten: kunstmest (NO3 of PO4) of stalmest.

Slide 12 - Tekstslide

nitraat & fosfaat
Waarom zijn klonen zo geschikt voor monoculturen?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het risico van het gebruik van klonen in een monocultuur?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eutrofiëring
= teveel bemesting, daardoor komen er meer mineralen in het water
  • Gevolg: extreme algengroei

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermesting/Eutrofiëring
= overbemesting van de bodem, waardoor er veel voedingsstoffen in het oppervlaktewater komt (verstoring evenwicht)


  • Stalmest: via reducenten
  • Kunstmest (anorganisch)


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermesting/Eutrofiëring
= overbemesting van de bodem, waardoor er veel voedingsstoffen in het oppervlaktewater komt (verstoring evenwicht)


  • Stalmest: via reducenten
  • Kunstmest (anorganisch)

Meer voedingsstoffen -->  
algen in het voordeel over waterplanten --> 
minder licht --> 
nadeel waterplanten
Wanneer algen sterven --> 
afbraak door reducenten --> zuurstof gebrek water --> vissensterfte

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In een sloot naast een bemeste akker komen veel meststoffen in het water terecht.
Verklaar dat de grote hoeveelheid meststoffen kunnen leiden tot vissterfte.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biologische bestrijding
Natuurlijke vijanden 
  • Predatoren (= roofdieren)
  • Parasieten (bijv. sluipwespen bij witte vliegen)
  • Ziekteverwekkers (zoals bacteriën en schimmels)

Vruchtwissel:
  • ziekteverwekkers verdwijnen
  • betere benutting voedingsstoffen

Voordelen:
  • soort specifiek
  • geen accumulatie gifstoffen
  • geen resistentie
Nadeel:
  • Natuurlijke vijand niet plaatsgebonden

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biologische landbouw
 = landbouw met specifieke regels voor akkerbouw en veeteelt
  • Geen kunstmest en niet meer voedingsstoffen dan nodig
  • Geen monocultuur
  • Natuurlijke vijanden tegen plagen
  • Biologisch geteeld veevoer
  • Standaard minimale leefruimte/welzijn
  • Geen preventieve antibiotica

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken
  • Je kunt de oorzaken en gevolgen van eutrofiëring van water uitleggen en mogelijke oplossingen hiervoor aandragen.
  • Je kunt uitleggen op welke manieren een optimale productie van voedsel kan worden verkregen en wat de eventuele gevolgen hiervan voor de natuur zijn.
  • Je kunt de verschillen in de wijze van voedselproductie in de gangbare en de biologische landbouw beschrijven.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Leren en maken 6.2

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies