V4 - TH 6 - M&M - BS2

thema 6 - mens en milieu
BS 2 
voedselproductie
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

thema 6 - mens en milieu
BS 2 
voedselproductie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen BS 2

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen BS 2
voedselproductie uitspoeling
eutrofiëring 
waterbloei 
bestrijdingsmiddelen
resistent
persistent
accumulatie 
chemische bestrijding 
biologisch afbreekbaar

mechanische bestrijding
veredeling 
biologische landbouw
biologische bestrijding 
overbevissing

Slide 3 - Tekstslide

voedselproductie
het begint met de groei van planten:
- die hebben bouwstoffen nodig
- deze komen o.a. uit de grond
- na de oogst is minder aanwezig

-> dit wordt weer aangevuld d.m.v.
mest 


Slide 4 - Tekstslide

voedselproductie
daarnaast: 
worden de gewassen 
beschermd tegen ziektes/ vraat

-> bestrijding
chemisch/ mechanisch / biologisch

Slide 5 - Tekstslide

voedselproductie
hoe wordt er voedsel geproduceerd? 
-> kleine veldjes met verschillende 
gewassen

-> grote velden met 1 gewas 

Slide 6 - Tekstslide

Monocultuur
Wisselcultuur

Slide 7 - Tekstslide

Intensieve veehouderij
Biologische veehouderij

Slide 8 - Tekstslide

voedselproductie
bemesting: 
aanvullen van o.a. benodigde
bouwstoffen zoals mineralen 



Slide 9 - Tekstslide

Bemesting
Abiotische omstandigheden die geregeld worden:  
- bodembewerking
- bescherming tegen ziekten en plagen 
- voedingsstoffen in de bodem

Voedingsstoffen verdwijnen doordat:
1. gewassen van het land weggehaald worden
2. door regen op een kale bodem mineralen uitspoelen naar diepere lagen.

Slide 10 - Tekstslide

Oplossing: bemesten
kunstmest (NO3 of PO4) of stalmest
Stalmest wordt door reducenten afgebroken, zodat de mineralen beschikbaar komen voor de planten.

Effeciënte landbouwmethoden verbouwen in monocultuur: op een grote oppervlakte staat één soort gewas.  Nadeel plaagvorming en ziektes

Een plaag kan ontstaan door: 
1 groot voedselaanbod 
2 ontbreken van natuurlijke vijand

Slide 11 - Tekstslide

eutrofiëring/vermesting
Door teveel mineralen (stikstof en fosfaat) 
kunnen algen heel goed groeien.

Er komen teveel mineralen in het water door o.a. (over)bemesting van het land en doordat de industrie water met mineralen loost in het oppervlaktewater.

Slide 12 - Tekstslide

Algenbloei
Door een toename van nitraat 
en fosfaat in het water groeien algen 
goed. 

De dikke laag algen in het water 
zorgt ervoor dat minder zonlicht 
doordringt in het water.

Slide 13 - Tekstslide

hoe staat dit allen in verband?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

GEVOLGEN
  1. Veel algen
  2. Weinig zonlicht (fotosynthese) doordringt het water
  3. Planten sterven
  4. Water wordt troebel (roofvissen kunnen niet jagen/prooi niet zichtbaar)
  5. Algen sterven
  6. Een toename van het aantal reducenten 
  7. Organisch materiaal wordt aeroob omgezet 
  8. Afname van het zuurstofgehalte in het water

Slide 16 - Tekstslide

voedselproductie
daarnaast: 
worden de gewassen 
beschermd tegen ziektes/ vraat

-> bestrijding
chemisch/ mechanisch / biologisch

Slide 17 - Tekstslide

Chemische bestrijding
Chemische bestrijdingsmiddelen (gif), heten over het algemeen pesticiden
- Insecticiden - tegen insecten
- Herbiciden - tegen onkruid

Voordelen: snel, goedkoop, effectief
Nadelen: Persistentie, resistentie, niet soort-specifiek, komt in drink- en grondwater terecht. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Afvoer van pesticiden
Pesticiden komen deels in het oppervlaktewater terecht. Een ander deel komt in het grondwater en zodoende in ons drinkwater.

Slide 20 - Tekstslide

Pesticiden
Pesticiden zijn ook persistent: 

ze worden niet of nauwelijks langs natuurlijke weg afgebroken. 

Gevolg accumulatie:

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Resistentie

Slide 23 - Tekstslide

Het ontstaan van resistentie

Slide 24 - Tekstslide

bestrijding zonder gif
kan via:
mechanische bestrijding
of
biologisch: 
met behulp van natuurlijke vijanden van wat er besteden moet worden

Slide 25 - Tekstslide

Bestrijding van plagen
  • mechanisch: het vangen of wegjagen van dieren. Door gewenning wordt dit minder effectief.
  • chemische bestrijding: pesticiden (herbiciden en insecticiden

Deze zijn erg effectief, maar:
- niet soort-specifiek, dus nuttige dieren gaan ook dood
- organismen kunnen resistent (ongevoelig) voor gif worden

Slide 26 - Tekstslide

mechanische bestrijding

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Biologische landbouw
Door in een cyclus verschillende gewassen te verbouwen, wordt uitputting van de bodem voorkomen en is er een kleinere kans op een plaag.

Dieren krijgen voldoende ruimte, biologisch geteeld voer zonder standaard antibiotica.

Slide 30 - Tekstslide

Methoden voor verbetering van organismen
  • veredelen of fokken: nakomelingen met de meest gunstige eigenschappen worden geselecteerd om verder te kruisen. Hierdoor worden de meest gunstige eigenschappen in de nakomelingen gekregen.

  • recombinant DNA technieken: DNA wordt ingebracht, eventueel van een ander soort, om de gewenste eigenschappen te krijgen, bijv resistentie bij planten.

Slide 31 - Tekstslide

Plantenveredeling

Slide 32 - Tekstslide

Veredeling
Genetische modificatie

Slide 33 - Tekstslide

Kunstmatige selectie en veredeling

Slide 34 - Tekstslide

Fokken
Bij dieren wordt kunstmatige inseminatie toegepast om goede eigenschappen door te geven of IVF, waarbij veel draagkoeien gebruikt worden om veel nakomelingen van een goede stier en een goede koe tegelijkertijd te krijgen.

Slide 35 - Tekstslide

opdrachten uit het boek
BS 2 -> 
basis: 16 t/m 27
verdieping: 28
Testjezelf: BS2

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Link

Nog een extra video over
diverse vormen van landbouw en visserij

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video

oefenen op biologiepagina 

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Link