2KGT Verbranding en ademhaling hh
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
welke vorm van energie komt er vrij bij een brandende kaars?
A
warmte
B
licht
C
beweging
Slide 4 - Quizvraag
Waar in het menselijk lichaam vindt verbranding plaats?
Slide 5 - Open vraag
Als je hardloopt gaat je ademhaling langzamer dan wanneer je wandelt
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
bij lichamelijke inspanning gaat je hart sneller kloppen, dat heeft meerdere voordelen, noem er eentje
Slide 7 - Open vraag
Sleep de namen naar het juiste onderdeel van het ademhalingsstelsel
Luchtpijp
Bronchiën
Luchtpijptakjes
Longblaasje
Slide 8 - Sleepvraag
was is de taak van het neusslijmvlies?
A
warm maken van binnenstromende lucht
B
vochtig maken van binnenstromende lucht
C
stofdeeltjes tegenhouden
D
ruiken
Slide 9 - Quizvraag
was is de taak van de neusharen?
A
warm maken van binnenstromende lucht
B
vochtig maken van binnenstromende lucht
C
stofdeeltjes tegenhouden
D
ruiken
Slide 10 - Quizvraag
welk onderdeel in de keelholte sluit de neusholte af als je slikt?
A
huig
B
strotklepje
C
tong
D
bronchie
Slide 11 - Quizvraag
keelholte
luchtpijp
neusholte
strottenhoofd
waar stroomt lucht vanuit de neusholte naartoe?
wat wordt door de huig afgeloten tijdens het slikken?
wat wordt door het strotklepje afgesloten tijdens het slikken
wat zit aan het begin van de luchtpijp?
Slide 12 - Sleepvraag
hoe heten de kleine bloedvaten in de longen die door hun wand zuurstof en koolstofdioxode kunnen afgeven?
A
Longslagaders
B
Longaders
C
Longhaarvaten
Slide 13 - Quizvraag
Door welke stof in rook worden de longen van rokers zwart?
A
tabak
B
nicotine
C
smog
D
teer
Slide 14 - Quizvraag
groter
sterker
conditie
zuurstof
door sporten krijg je een betere...
tijdens sporten gebruik je veel...
door sporten worden je longen...
door sporten wordt je longinhoud...
Slide 15 - Sleepvraag
Wat is smog?
A
luchtvervuiling door fijnstof
B
lucht met weinig zuurstof
C
een benauwdheidsaanval
D
bloedpropje in de longhaarvaten
Slide 16 - Quizvraag
De hoeveelheid koolstofdioxide
in een klaslokaal wordt de hele dag
gemeten. Op welk tijdstip zijn er de
meeste leerlingen in het lokaal?
in een klaslokaal wordt de hele dag
gemeten. Op welk tijdstip zijn er de
meeste leerlingen in het lokaal?
A
tijdstip t1
B
tijdstip t2
C
tijdstip t3
D
tijdstip t4
