5.4 Wat houd je over? deel 2

Vak: Economie 
Hoofdstuk: 5.4 Wat houd je over? 
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3. 
Mini-check + arrangementen
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Vak: Economie 
Hoofdstuk: 5.4 Wat houd je over? 
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3. 
Mini-check + arrangementen
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van economie en je schrift van economie. 
Laat je boek nog even dicht op tafel liggen. 


Huiswerkcontrole.




Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel +Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- Kun je de nettowinst berekenen


Leergebiedoverstijgende doelen:
Zelfstandig leren
- Je laat doorzettingsvermogen zien bij werk dat je moeilijk vindt, niet leuk vindt of wanneer je afgeleid bent/raakt. 
- Je kijkt het gemaakte werk na, verbetert waar nodig en benoemt welke onderdelen je nog moeilijk vindt. 
Reflecteren
- Je kant vertellen wat er nodig om een leerdoel te beheersen (bv. extra uitleg, meer oefentijd, leren, herhalen van leerstof). 
- Je kan benoemen welk leerdoel je al beheerst. 


Slide 3 - Tekstslide

3. Mini-check + arrangementen
Verdiept (8 of hoger) --> Niemand


Iedereen doet mee met de mini-check.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is nettowinst?
A
Het totale bedrag dat een winkelier betaalt voor de inkoop van producten
B
Het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde
C
De winst die uiteindelijk overblijft nadat alle kosten betaald zijn.
D
Een overzicht van het verlies dat de winkel heeft gemaakt.

Slide 5 - Quizvraag

Hoe bereken je nettowinst?
A
Omzet - Inkoop
B
Brutowinst - Omzet
C
Brutowinst - Bedrijfskosten
D
Omzet - Bedrijfskosten

Slide 6 - Quizvraag

Wie maakt wat?
Had je de vragen goed, dan mag je zelfstandig aan de slag. Je maakt opdracht 59 t/m 66 op blz. 144 t/m 145.


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 7 - Tekstslide

Nettowinst
De winst die overblijft als je alle kosten hebt betaald. 

Slide 8 - Tekstslide

Berekening nettowinst


Wanneer je de brutowinst niet weet, moet je deze eerst uitrekenen.
brutowinstbedrijfskosten=nettowinst

Slide 9 - Tekstslide

De brutowinst is in één week €650.
Je hebt €350 bedrijfskosten. Bereken de nettowinst.

nettowinst=brutowinstbedrijfskosten

Slide 10 - Open vraag

Brutowinst en nettowinst samen
Omzet
Inkoopwaarde     -
Brutowinst
Bedrijfskosten    -                     
Nettowinst

Slide 11 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
We maken klassikaal opdracht 65

-> zie volgende slide voor het schema

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 65
In het volgende schema staan de resultaten van Boekhandel de Boekenschuur. 

Bereken (1) de brutowinst, (2) de bedrijfskosten en (3) de nettowinst. 

Formules: 

brutowinst=omzetinkoopwaarde
nettowinst=brutowinstbedrijfskosten

Slide 13 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig paragraaf 5.4 opdracht 59 t/m 66 op blz. 144 t/m 145.


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na en verbeter je.
Daarna maak je de plusopdrachten 22 t/m 25 op blz. 153
timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er nog opdrachten waar je moeite mee hebt?

- kun je de nettowinst berekenen? 



Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Huiswerk:
Maandag                         
5.4 opdracht 59 t/m 66

Slide 16 - Tekstslide