Present Simple Questions

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Hello 1A!

What we are going to do today:

1. Uitleg en oefenen vragen maken (20 min)

2. Uitleg en oefenen ontkenningen maken (20 min)

3. Klokken

Holiday

Aan het eind van de les:

Kunnen we vragen maken in het Engels.

Wat is 'to be' in het Nederlands?

to be

I am

you are

he/she/it is

we are

you are

they are

vragen maken met to be

I am short--> Am I short?

You are short--> Are you short?

She is short--> Is she short?

We are short--> Are we short?

You are short--> Are you short?

They are short--> Are they short?

Maak een vraagzin:
He is happy.

Maak een vraagzin:
We are brothers.

Maak een vraagzin:
I am tall.

De regel:

Bij een Engelse vraagzin hoef je de volgorde niet te veranderen!

Je zet gewoon het woord DO vooraan de zin.

They make pancakes.

Do they make pancakes?

I watch a film.

Do I watch a film?

Hoe maak je een vraag van:
You walk to school.

We see a dog.

You play football.

They have a question.

I know the answer.

Maak vraagzinnen:

1. I eat a banana.

2. She walks to school.

3. We are students.

4. Mike and Tom go on holiday.

5. You make a mistake.

Let op!

Kijk naar een zin met een SHIT persoon:

He likes his shoes.

Wat zie je?

Vraagzin met SHIT persoon

He likes his shoes.

Je moet nu geen DO vooraan zetten maar DOES

en je moet de -S achter like weghalen

Does he like his shoes?

De regel

She wears a dress.

Does she wear a dress?

Er staat 1 S in de zin en die staat aan het begin.

It rains today.

She reads a book.

He cooks dinner.

He studies English.

Maak vraagzinnen:

1. The teacher is nice.

2. Henk loves his dog.

3. She lives in Amsterdam.

4. It rains a lot.

5. Fred studies English. 

Page ?

Leerdoel:

Kunnen we nu vragen maken in het Engels?

Is het leerdoel behaald?

😒🙁😐🙂😃