In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
De vroege middeleeuwen
Slide 1 - Tekstslide
Doelen
Aan het einde van de les kan ik:
De naam middeleeuwen verklaren
De kenmerken van het hofstelsel herkennen
De kenmerken van het feodaal stelstelsel herkennen
Twee redenen noemen waarom het rijk van Karel de Grote niet intact blijft
Slide 2 - Tekstslide
Kenmerkende aspecten
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Slide 3 - Tekstslide
Middeleeuwen
Naam middeleeuwen stamt uit de zestiende eeuw:
"Donkere" eeuwen die de renaissance scheiden van de Romeinse oudheid
Middeleeuwen vinden alleen plaats in Europa --> grote verandering in leefwijze
Verdwijnen Romeinen brengt onveiligheid met zich mee -> afname handel -> verdwijnen geld -> krimp steden
Gevolg: Europa wordt een autarkische landbouwsamenleving
Slide 4 - Tekstslide
Hofstelsel
Boeren zoeken in onveilig Europa bescherming van rijke adel
Twee soorten boeren:
Vrije boeren: betalen pacht
Horige boeren: onvrij, gebonden aan domein, betalen pacht en in herendiensten
Dit economische systeem is het hofstelsel
Let wel: grote verschillen tussen domeinen in Europa
Slide 5 - Tekstslide
Doelen
Aan het einde van de les kan ik:
De naam middeleeuwen verklaren
De kenmerken van het hofstelsel herkennen
De kenmerken van het feodaal stelstelsel herkennen
Twee redenen noemen waarom het rijk van Karel de Grote niet intact blijft
Slide 6 - Tekstslide
Kenmerkende aspecten
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Slide 7 - Tekstslide
Franken
In West-Europa vestigen de Franken het machtigste rijk
Voorbeeld van zowel verandering als continuïteit:
Voortzetting Romeins recht, maar ook introductie Germaans recht: Salische wet
Clovis: eerste Merovingische vorst die zich laat dopen (496)
In de volgende eeuwen neemt de macht van de vorst af en wordt de hofmeier steeds machtiger...
Slide 8 - Tekstslide
Karel de Grote
Uiteindelijk grijpen de Karolingers de macht
800: Karel de Grote laat zich keizer kronen
De keizer is politiek afhankelijk van de lagere adel om hem te helpen
1. Adel krijgt grond in leen en bestuurt dit in naam van de keizer
2. Adel steunt keizer in oorlog met ridders en voetvolk
Dit politieke systeem is het feodaal stelsel
Slide 9 - Tekstslide
Opvolgers
Ondanks groot rijk en machtige keizer blijft het Frankische rijk niet intact:
1. Leenmannen (adel) blijven niet loyaal aan leenheer (keizer) en zien grond als erfelijk
2. Erfopvolging Karel: traditie om rijk onder alle zonen te verdelen
Gevolg: ontstaan twee rijken met relatief zwakke vorsten: Frankrijk en Heilige Roomse Rijk
Slide 10 - Tekstslide
In de vroege middeleeuwen vindt in Europa een politieke verandering plaats. Je kunt concluderen dat deze verandering aansluit bij Germaanse gebruiken uit de oudheid. Ondersteun deze conclusie door: de politieke verandering in de vroege middeleeuwen te noemen en met een verwijzing naar de bron toe te lichten dat hierbij wordt aangesloten bij traditionele Germaanse gebruiken.