chapitre 3 - les 5

Chapitre 3 - Les bonnes affaires
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Chapitre 3 - Les bonnes affaires

Slide 1 - Tekstslide

Programme
révision
Parler
au travail





Chap 3: Les bonnes affaires 

Slide 2 - Tekstslide

Les nombres

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het getal?
huit-cent-trente-six

Slide 4 - Open vraag

Wat is het getal?
sept-cent-soixante-neuf

Slide 5 - Open vraag

Wat is het getal?
mille-trois-cent-quatre-vingt-trois

Slide 6 - Open vraag

Wat is het getal?
deux-mille-neuf-cent-soixante-treize

Slide 7 - Open vraag

écris
782

Slide 8 - Open vraag

écris
8899

Slide 9 - Open vraag

pouvoir et vouloir

Slide 10 - Tekstslide

Maak een goede zin met de volgende gegevens:
Jij - willen - eten

Slide 11 - Open vraag

Maak een goede zin met de volgende gegevens:
zij - willen - winkelen

Slide 12 - Open vraag

Maak een goede zin met de volgende gegevens:
hij - mogen - niet - gamen

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Les buts

- Je kunt iemand beschrijven



Slide 17 - Tekstslide

hoe kan je iemand beschrijven?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Tekstslide

Les cheveux
longs / courts = lang / kort
raides / frisés = stijl / gekruld

blonds = blond
bruns = bruin
roux = rood
noirs = zwart

Slide 20 - Tekstslide

Les yeux
bleus = blauw
verts = groen
marron = bruin
gris = grijs

grand/petit = groot / klein
il/elle porte des lunettes = hij/zij draagt een bril

Slide 21 - Tekstslide

La taille, la silhouette
grand / petit = lang / klein

mince / costaud = slank / stevig

Slide 22 - Tekstslide

hoe zeg je dat Valérie rood haar heeft
A
il a les cheveux roux
B
elle a les cheveux roux
C
elle a les cheveux rouge
D
il a les cheveux rouges

Slide 23 - Quizvraag

Mon oncle est costaud betekent dat.....
A
je oom rijk is
B
je oom chagrijnig is
C
je oom een stevig postuur heeft
D
je oom blut is

Slide 24 - Quizvraag

een bril
A
une lunette
B
des lunettes
C
une lunettes
D
des lunette

Slide 25 - Quizvraag

uiterlijk beschrijven
Moi, j' ai les cheveux courts et blonds.
J' ai les yeux bleus.
Je suis grande. je mesure 1 mètre 75
Je n' ai pas de lunettes.

Slide 26 - Tekstslide

Beschrijf je eigen uiterlijk:
(haar, ogen, groot/klein?, bril?)

Slide 27 - Open vraag

kleding beschrijven
Moi, je porte
un pantalon gris
un t-shirt bleu
un cardigan noir
des chaussures noires
des chaussettes noires

Slide 28 - Tekstslide

Beschrijf de kleding die je vandaag draagt. Noem ook de kleur.

Slide 29 - Open vraag

het signalement van een vrolijke krullenbol met zwart haar, blauwe ogen, een spijkerbroek en een groen t-shirt, luidt:
A
il est joyeux, il a les cheveux bruns bouclés, les yeux bleus et il porte un jean avec un t-shirt vert
B
il est triste, il a les cheveux noirs, les yeux bleus et il porte un jean avec un t-shirt vert
C
il est joyeux, il a les cheveux noirs, les yeux bleus et il porte un pantalon avec t-shirt vert
D
il est joyeux, il a les cheveux noirs bouclés, les yeux bleus et il porte un jean avec un t-shirt vert

Slide 30 - Quizvraag

Tâche
SITUATIE
In deze taak ga je elkaar al chattend in het Frans interviewen om elkaar (beter) te leren kennen en besluit je welk cadeau je de ander zou willen geven.
DOELEN
Met deze taak oefen je:
- hoe je vragen stelt
- over jezelf te vertellen: - wat je (niet) leuk vindt - wat je interesses zijn - wat je hobby en/of sport is - wat je ambitie of wens is
- iemand anders te karakteriseren


Slide 31 - Tekstslide

ORGANISATIE
Je werkt in een tweetal. Je interviewt elkaar in een chat-gesprek in Teams. Zoek elkaar op in teams.
 
VOORBEREIDING
Voordat je je klasgenoot interviewt, bereid je je individueel voor op de vragen en (mogelijke) antwoorden. Je kunt bijvoorbeeld woorden/zinnen opzoeken of notities maken.
In het interview wil je van elkaar de volgende dingen weten:
- waar houdt je chatpartner van en waarvan absoluut niet?
- interesses en hobby’s
- ambities en wensen
- wat voor type (persoon) iemand is


Slide 32 - Tekstslide

TAAK UITVOEREN
Stap 1: Interview elkaar in een chatgesprek. Je moet achter zoveel mogelijk informatie zien te komen (zie de punten hierboven)
Stap 2: Nu je deze informatie hebt, bedenk je welke cadeau je hem/haar zou willen geven. Zoek online een plaatje van het cadeau en stuur dit naar je chatpartner. Je legt uit waarom je voor dit cadeau hebt gekozen.
Bijv. Voilà un ticket pour le match de foot PSV-AJAX. J'ai choisi ce cadeau pour toi parce que tu as dit que tu aimes le foot et que tu voudrais voir un match important. 
Stap 3: Je bedankt je partner voor het cadeau en je laat weten waarom je het leuk vindt

Slide 33 - Tekstslide

Stuur achteraf een screenshot van de chat. 
Dit doe je via Teams.

Slide 34 - Tekstslide

TÂCHE

SITUATION
Vous avez envie (zin) de célébrer(vieren) votre anniversaire ensemble (samen) et à deux vous commencez à organiser votre fête.
OBJECTIFS
Vous avez bien fini la tâche quand vous:
• êtes d’accord sur les différents éléments de l’organisation de la fête
• avez une proposition (voorstel) pour présenter à vos parents (jullie ouders)


Slide 35 - Tekstslide

PRÉPARATION
Individuellement (eerst individueel voorbereiden voordat je elkaar in Google Meet of een ander online platform ontmoet).
Let op : Ieder van jullie krijgt een kaartje (A of B) van de docent waar bepaalde voorkeuren opstaan. Lees dit nu. Je mag de inhoud niet verraden aan je chatpartner.
Lisez maintenant votre carte et préparez votre conversation en 5 minutes. Dans le chat, vous expliquez pourquoi vous avez certaines préférences.
Vous discutez au sujet :
• de la date (quelle jour?)
• des horaires (entre ….et ….heures)
• de l’endroit (plaats)
• des invités (wie nodig je uit ?)
• du thème (thema)
• des cadeaux
• qu'est ce qu’il y a à manger et à boire (de la nourriture et des boissons)
• de la musique
• de l’invitation (uitnodiging)
• etc…..




PRÉPARATION
Individuellement (eerst individueel voorbereiden voordat je elkaar in Teams of een ander online platform ontmoet).
Let op : Ieder van jullie krijgt een kaartje (A of B) van de docent waar bepaalde voorkeuren opstaan. Lees dit nu. Je mag de inhoud niet verraden aan je chatpartner.

Lisez maintenant votre carte et préparez votre conversation en 5 minutes. Dans le chat, vous expliquez pourquoi vous avez certaines préférences.




Slide 36 - Tekstslide

Vous discutez au sujet :
• de la date (quelle jour?)
• des horaires (entre ….et ….heures)
• de l’endroit (plaats)
• des invités (wie nodig je uit ?)
• du thème (thema)
• des cadeaux
• qu'est ce qu’il y a à manger et à boire (de la nourriture et des boissons)
• de la musique
• de l’invitation (uitnodiging)
• etc…..

Slide 37 - Tekstslide

TÂCHE
1) Contactez dans Teams (chat-mode) votre camarade de classe et faites la tâche. Étudiant(e) A commence.
2) Vous discutez vos préférences (jullie voorkeuren) en vous décidez (beslissen) sur la date, horaires etc. Regardez vos cartes (A et B) !
3) Vous avez une proposition commune (gezamelijk voorstel) pour vos parents.
4) Vous finissez la conversation.


Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Devoirs
Emmener livre B

Réviser:  A - H

finir le chat

  





Chap 3: Les bonnes affaires 

Slide 40 - Tekstslide

la fin

  • vragen?

Slide 41 - Tekstslide

ik kan iemand beschrijven
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll

au revoir! 

Slide 43 - Tekstslide