Le conditionnel

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

In het Frans

Hoofdregel: heel ww + ais, ais, ait, ions, iez, aient

Uitzondering: stam leren + ais, ais, ait, ions, iez, aient

Maak een zin in de
conditionnel in het NL

Zet in de conditionnel:
elles [ choisir ]

1. choisiront
2. choisiraient
3. choisiont
4. choisaient

Zet in de conditionnel:
nous [ habiter ]

1. habiterons
2. habiterions
3. habitons
4. habitions

Zet in de conditionnel:
vous [ rendre ]

1. rendiez
2. rendriez
3. rendez
4. rendrez

Uitzonderingen:

Je leert dus de stammen [ ser-, aur-, fer-, voudr-]  en voegt daar de juiste uitgangen aan toe. 

JE

TU

IL/ELLE/ON

NOUS

VOUS

ILS/ELLES

répondrait

écouterions

regarderaient 

finiriez

irais

aurais

wat is de stam van avoir

Wat is de stam van être

wat is de stam van aller

Wat is de vertaling van:
ik zou hebben

faire: 

Les devoirs: 

- exs 31+32 p. 115 à 118

- maak 4 zinnen in de conditionnel