18.1 Van polypeptideketen tot een werkzaam eiwit 6V 2425

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
18.1 Van polypeptideketen tot een werkzaam eiwit
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
18.1 Van polypeptideketen tot een werkzaam eiwit

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel 18.1/18.2 Je kunt
1. de functie van het adreslabel bij de koppeling van een peptideketen aan het ER beschrijven. 
2. uitleggen hoe in een cel functionele eiwitten ontstaan. 
4. functies van eiwitten in cellen beschrijven.
5. mogelijke gevolgen van slecht functionerende eiwitten beschrijven.
Ik gooi de volgorde van 18.1 en 18.2 een beetje door elkaar......

Slide 2 - Tekstslide

Let op
In dit hoofdstuk staat veel informatie over de context: Alzheimer, Parkinson
De context hoeft je NIET te leren, alleen de algemene processen.



Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
1. Elke polypeptidestreng begint met een signaalpeptide (adreslabel)

BINAS 71J

Slide 5 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
2. SignaalHerkenningsMolecuul (SHM) bindt aan het adreslabel en stopt tijdelijk de translatie

Slide 6 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
3. SignaalHerkenningsMolecuul (SHM) bindt aan het SHM-receptoreiwit in het membraan van het ER


Slide 7 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
4. Ribosoom bindt aan ribosoomreceptor op het ER, boven een eiwitpoort



Slide 8 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
5. SMH laat los (kost energie)




Slide 9 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
6. Enzym verwijdert signaalpeptide van de polypeptideketen





Slide 10 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
7. Translatie gaat verder en polypeptideketen groeit nu ín het ER





Slide 11 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
8. Als de translatie stopt koppelt het ribosoom los en zit de polypeptide los in het ER.





Slide 12 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
9. In het ER wordt de polypeptideketen gevouwen tot een eiwit (3D structuur) en worden eventueel moleculen (suikers) toegevoegd





Slide 13 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
10. Door afstulping van het ER membraan ontstaan transportblaasjes richting het Golgisysteem





  
BINAS 79D

Slide 14 - Tekstslide

                                              Golgi
11. In het Golgisysteem wordt het eiwit helemaal afgemaakt, bijvoorbeeld:
Toevoeging fosfaatgroepen
Wijzigen suikergroepen
Koppelen ketens tot een groter eiwit





  
BINAS 79D

Slide 15 - Tekstslide

                                              Golgi
12. Eiwit wordt ingepakt in een blaasje voor de definitieve bestemming (ook op basis van adreslabels).






  

Slide 16 - Tekstslide

                                              Golgi
a. Eiwit is bedoeld voor buiten de cel: exocytose van de inhoud van een transportblaasje .







  

Slide 17 - Tekstslide

                                              Golgi
b. Eiwit is bedoeld voor celmembraan: eiwit wordt ingebouwd in de membraan van het transportblaasje, na fusie van het transportblaasje met de celmembraan zitten de eiwitten in de celmembraan.








  

Slide 18 - Tekstslide

                                              Golgi
c. Voor sommige eiwitten is de exocytose gereguleerd. Dit gebeurt dan alleen als een signaaleiwit is gebonden aan een receptor.









  

Slide 19 - Tekstslide

d. Soms vormt zich geen transportblaasje maar een lysosoom. Het eiwit heeft dan de functie van enzym om dingen af te breken.









  

Slide 20 - Tekstslide

Functies van eiwitten

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide



                                                    H19 Sport

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Functies van eiwitten
De werking van een eiwit hangt nauw samen met de vorm ervan.

Slide 32 - Tekstslide

Lesdoel 18.1/18.2 Je kunt
1. de functie van het adreslabel bij de koppeling van een peptideketen aan het ER beschrijven. 
2. uitleggen hoe in een cel functionele eiwitten ontstaan. 
4. functies van eiwitten in cellen beschrijven.
5. mogelijke gevolgen van slecht functionerende eiwitten beschrijven.
Ik gooi de volgorde van 18.1 en 18.2 een beetje door elkaar......

Slide 33 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode.
Kies leerweg B.
18.1: alle vragen

Slide 34 - Tekstslide