Ich weiß,
dass ich dich finden kann- gezegde = "finden kann"
- wie of wat "kann finden" > ich = onderwerp / 1e
- wie of wat "kann ich finden?" > dich = lijdend voorwerp/4e
OF: Ik koop een broodje voor jou
koop = gezegde, ik = 1e/onderwerp, een broodje = 4e/lijdend vw, voor jou = 3e/meewerkend voorwerp