LEV02 Les01: Beïnvloeden

Beïnvloeden
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Beïnvloeden

Slide 1 - Tekstslide

je kunt omschijven wat beïnvloeden is
je herkent kuddegedrag en kan postieve en negatieve voorbeelden noemen
je bent je meer bewust van de rol die sociale media speelt op jou keuzes
Leer
doelen

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1:  Wat is beïnvloeden
2:  Kuddegedrag (video)
3:  De rol van sociale media (video)
4:  Groepsopdracht
5: Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Invloed
De eigenschap (van iets of iemand) om effect te hebben op   iemand anders gedrag of mening.

Slide 4 - Tekstslide

Beïnvloeding
Als je iemand beïnvloed, wil dat zeggen dat je invloed hebt op het gedrag of de mening van anderen.
Invloed is iets dat een verandering veroorzaakt.


Slide 5 - Tekstslide

Welke vormen van beïnvloeden
ken jij?

Slide 6 - Woordweb

Laat jij je (wel eens) beïnvloeden
0=nooit 10=vaak
010

Slide 7 - Poll

4

Slide 8 - Video

01:35
Wat is 'kuddegedrag'?
A
Dat mensen alleen zijn.
B
Dat mensen het gedrag van de groep nadoen.
C
Dat mensen liever een dier willen zijn.
D
Dat mensen zichzelf nadoen.

Slide 9 - Quizvraag

02:08
Zou het werken denk je?
ja
nee

Slide 10 - Poll

04:30
Wat denk jij dat de rest van de groep doet?
Ze springen ook over de rode lijn.
Ze lopen over de rode lijn.
Ze lopen weg en doen niet meer mee.

Slide 11 - Poll

07:11
Doe jij ook wat anderen doen?
Nooit
Soms
Regelmatig
Vaak
Altijd

Slide 12 - Poll

Kuddegedrag?

Slide 13 - Tekstslide

De rol van sociale media.

Slide 14 - Tekstslide

Op welke sociale media ben jij actief?

Slide 15 - Woordweb

Belangrijk?

Slide 16 - Tekstslide


Laat jij je beïnvloeden door "influancers"?
Nooit
Soms
Regelmatig
Vaak
Altijd

Slide 17 - Poll

Waarmee of waarbij?

Slide 18 - Woordweb

1

Slide 19 - Video

01:12
Wat doet een trollenleger?
A
Het Noorse leger ondersteunen.
B
Onjuiste informatie verspreiden op het internet
C
Helemaal niets
D
Trollen? Die bestaan niet!

Slide 20 - Quizvraag

Opdracht (15 minunten)
Zoek samen  met je groepje minimaal twee vormen van positieve en twee van negatieve beïnvloeding

Beantwoord per voorbeeld de volgende drie vragen:
  1. Wat is de boodschap?
  2. Wie wordt er beïnvloed?
  3. Hoe geloofwaardig is de boodschap en waarom vinden jullie dat?

Slide 21 - Tekstslide

Maak de zin af.
Invloed is...
A
...dat je anderen niet kan veranderen.
B
...dat je anderen dwingt om te veranderen.
C
...dat je de mening en het gedrag van anderen kan veranderen.
D
...dat je je uiterlijk kan veranderen.

Slide 22 - Quizvraag

Maak de zin af.
Beïnvloeden is...
A
...dat je invloed hebt op het gedrag van anderen.
B
...dat je invloed hebt op je eigen gedrag.
C
...dat anderen invloed hebben op jouw gedrag.
D
...dat je je eigen mening hebt.

Slide 23 - Quizvraag

Begrippen uit deze les

Beïnvloeden (invloed)
Kuddegedrag
Trol
Influancer


Slide 24 - Tekstslide