Fictie & poëzie les 7: stijlfiguren 2 (havo)

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
  • Hebben we het gehad over verschillende stijlfiguren.
  • Repetitio - Herhaling van woorden, woordgroepen of zinsdelen.
  • Enumeratie - opsomming
  • Tegenstelling - bv: oorlog -> vrede
  • Paradox - Een paradox is een schijnbare tegenstelling, terwijl de woorden toch met elkaar verbonden zijn.  bv: 'Kalm aan, en rap een beetje! '
  • Eufemisme - stijlfiguur waarmee iets mooier, vriendelijker of minder onaangenaam wordt voorgesteld dan het in werkelijkheid is. bv: heengaan ipv overleden.
  • Hyperbool - Overdrijving. bv: Ik sta hier al 100 uur te wachten.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
Korte terugblik op de vorige les.

Havo: Understatement, ironie, sarcasme
Vwo: Understatement, ironie, sarcasme, pleonasme, tautologie en retorische vraag.

Slide 3 - Tekstslide

Een paradox is een
A
schijnbare tegenspraak
B
tegenstelling
C
herhaling
D
antithese

Slide 4 - Quizvraag

Soms zijn je vrienden een groter gevaar dan je vijanden
A
paradox
B
tegenstelling
C
hyperbool
D
opsomming

Slide 5 - Quizvraag

Hoe gespecialiseerder iemand is, des te minder kan hij.
A
Paradox
B
repetitie

Slide 6 - Quizvraag

Ik WORD KNETTERGEK van je gezeur.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 7 - Quizvraag

Mijn tante heeft voor één ochtend in de week een INTERIEURVERZORGSTER.
A
eufemisme
B
understatement
C
litotes
D
hyperbool

Slide 8 - Quizvraag

Hij heeft GEEN KLAP uitgevoerd voor de proefwerkweek.
A
eufemisme
B
understatement
C
litotes
D
hyperbool

Slide 9 - Quizvraag

Je hebt mensen en mensen.
A
Paradox
B
Anticlimax
C
Repititio
D
Enumeratio

Slide 10 - Quizvraag

Hij riep, schreeuwde, brulde het uit van de pijn.
A
opsomming (anticlimax)
B
C
D
opsomming (climax)

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Havo heeft de theorie nu uitgespeeld.
Ga nu aan de slag met de opdrachten.

VWO leert ook pleonasme, tautologie en retorische vraag.

Slide 15 - Tekstslide

Extra oefenen
Via de volgende linkjes kun je extra uitleg, voorbeelden en opdrachten maken die te maken hebben met beeldspraak en stijlfiguren. Kopieer en plak de link in je zoekbalk.

Beeldspraak: https://extraned.nl/index.php/oefening-beeldspraak/
Stijlfiguren: https://www.cambiumned.nl/stijl/stijlfiguren/

Slide 16 - Tekstslide

Welk stijlfiguur herken je?
Het ongeluk was veroorzaakt door een dame VAN GEVORDERDE LEEFTIJD.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 17 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
pleonasme

Slide 18 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Ik sta hier al eeuwen op te wachten
A
Overdrijving
B
Understatement
C
Eufemisme

Slide 19 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
'Ik heb EEN MAZZELTJE gehad', zei de winnaar van de jackpot.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 20 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Helaas moest Kees zijn oude hond Willem laten INSLAPEN.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 21 - Quizvraag

Maar we zijn nog niet klaar!

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Pak een blaadje uit je schrift of haal een blaadje op bij de docent.
  • Jullie gaan flashcards maken over de lessen poëzie.

  • Werk in twee of viertallen.

Slide 23 - Tekstslide