V3 - H1 grammatica zinsdelen - samentrekkingen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

vandaag

start module grammatica

planning

samentrekking

planning

week 47: samentrekking (H1/grammatica)

week 48: verwijzen (H2/formuleren)

week 49: beknopte bijzin (H3/grammatica)

week 50: foutief beknopte bijzin (H3/formuleren) 

week 51: congruentie + inversie (H4/grammatica + formuleren)

week 2: herhalen toetsstof + oefentoets

SAMENTREKKING (blz. 30)

Aan het eind van de les, kun je ...

(voor- en achterwaartse) samentrekkingen 

op verschillende niveaus 

herkennen en gebruiken!

grammatica zinsdelen H1

Bij een samentrekking laat je, waar dat kan, dubbelingen in een zin weg.

Zo kun je korter en bondig formuleren!!

Het weglaten kan op drie niveaus:

- woordniveau

- woordgroepniveau

- zins(deel)niveau

woordniveau

Hier ligt een stapel studieboeken en -schriften.

Je laat een woorddeel weg: studie.

woordgroepniveau

Hier ligt een stapel met oude en nieuwe kleren.

Je laat één of meerdere woorden binnen een zinsdeel weg: kleren

zins(deel)niveau

Hier ligt een stapel boeken en daar ook.

Je laat één of meerdere zinsdelen weg: ligt - een stapel boeken

Samentrekking op 3 niveaus 

1.  woordniveau -  op de plaats van het samengetrokken woorddeel wordt een streepje geschreven:   boekenschrijvers en -lezers; honden- en kattenhotel. 
2. woordgroepniveau - binnen een woordgroep worden één of meer hele woorden weggelaten: uitwonende broers en (-) zussen; brede (-) en smalle straten.
   
3. zins(deel)niveau - één of meer zinsdelen worden weggelaten: Derk gaat op de fiets en Marnix (-) op de scooter. 

Zij doet werk op gemeentelijk en op provinciaal niveau.

1. woord
2. woordgroep
3. zinsdeel

De trainer leert je onderhands werpen en bovenhands.

1. woord
2. woordgroep
3. zinsdeel

De outlet heeft schitterende zomer- en winterjassen in de aanbieding.

1. woord
2. woordgroep
3. zinsdeel

Zij zijn verzekerd tegen brand-, water- en stormschade.

1. woord
2. woordgroepo
3. zinsdeel

In de plannen van het nieuwe kabinet kan en zal iedereen erop vooruitgaan.

1. woord
2. woordgroep
3. zinsdeel

De activiteiten zijn gepland in en naast de sporthal.

1. woord
2. woordgroep
3. zinsdeel

Bedenk in 5 min.:

samen met je buurman/-vrouw 

3 zinnen met een samentrekking. 

Elk op een ander niveau!

Voer je zinnen in!

3 samengetrokken
zinnen

Aan de slag!

Maken: 

opdracht 2 t/m 4 

(blz. 31)