In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
SAMENTREKKING
Slide 1 - Tekstslide
Aan het eind van de les, kun je ...
voor- en achterwaartse samentrekkingen
op verschillende niveaus
herkennen en gebruiken!
Slide 2 - Tekstslide
grammatica zinsdelen H1
Bij een samentrekking laat je, waar dat kan, dubbelingen in een zin weg.
Zo kun je korter en bondig formuleren!!
Slide 3 - Tekstslide
Het weglaten kan op drie niveaus:
- woordniveau
- woordgroepniveau
- zinsniveau
Slide 4 - Tekstslide
woord(groep)niveau
Hier ligt een stapel met oude en nieuwe kleren.
Je laat één of meerderewoorden binnen een zinsdeel weg: kleren
Slide 5 - Tekstslide
woordniveau
Hier ligt een stapel studieboeken en -schriften.
Je laat een woorddeel weg: studie.
Slide 6 - Tekstslide
zinsniveau
Hier ligt een stapel boeken en daar ook.
Je laat één of meerdere zinsdelen weg: ligt - een stapel boeken
Slide 7 - Tekstslide
achterwaarts en voorwaarts
Bij een voorwaartsesamentrekking staan alle woorden voor in de zin.
Bij een achterwaartse samentrekking staan alle woorden achterin de zin.
Slide 8 - Tekstslide
voorwaartse samentrekking
Je noemt het gezamenlijke deel in het eerste deel van de samentrekking en verderop laat je het weg.
Een eerdere versieen een latere (-).
Een goedkope armbanden een dure (-).
Slide 9 - Tekstslide
achterwaartse samentrekking
Je noemt het gezamenlijke deel in het tweede deel van de samentrekking en eerder laat je het weg.
Een nationaal [-] en internationaal overleg
In voor- en in tegenspoed.
Slide 10 - Tekstslide
Samentrekking op 3 niveaus
woordniveau - op de plaats van het samengetrokken woorddeel wordt een streepje geschreven: (voorwaarts)boekenschrijvers en -lezers; (achterwaarts) honden- en kattenhotel.
woordgroepniveau - binnen een woordgroep worden één of meer hele woorden weggelaten: (voorwaarts) uitwonende broers en (-) zussen: (achterwaarts) brede (-) en smalle straten.
zinsniveau -één of meer zinsdelen die twee keer voorkomen, worden weggelaten: (voorwaarts) Jeroen gaat op de fiets en Tamara (-) op de scooter. (achterwaarts) Wij schaatsten (-) en onze kinderen sleeden in die strenge winter elke dag.
Slide 11 - Tekstslide
Zij doet werk op gemeentelijk en op provinciaal niveau.
A
Voorwaartse samentrekking
B
Achterwaartse samentrekking
Slide 12 - Quizvraag
De trainer leert je onderhands werpen en bovenhands.
A
Voorwaartse samentrekking
B
Achterwaartse samentrekking
Slide 13 - Quizvraag
De outlet heeft schitterende zomer- en winterjassen in de aanbieding.
A
Voorwaartse samentrekking
B
Achterwaartse samentrekking
Slide 14 - Quizvraag
Zij zijn verzekerd tegen brand-, water- en stormschade.
A
Samentrekking op woordniveau
B
Samentrekking op woordgroepniveau
C
Samentrekking op zinsniveau
Slide 15 - Quizvraag
In de plannen van het nieuwe kabinet kan en zal iedereen erop vooruitgaan.
A
Samentrekking op woordniveau
B
Samentrekking op woordgroepniveau
C
Samentrekking op zinsniveau
Slide 16 - Quizvraag
De activiteiten zijn gepland in en naast de sporthal.