3. KD Oog & correctie --> optotypen, fovea, letterproeven, afstandsgetal.

Keuzedeel
Verdieping Oog & correctie
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Keuzedeel verdieping oog & correctieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Keuzedeel
Verdieping Oog & correctie

Slide 1 - Tekstslide

Lesweek
Onderwerp
week 1
Het doel van de refractie, objectieve & subjectieve refractie.
week 2
Visus, visus 1.0, practicumproeven.
week 3
Optotypen, fovea centralis, letterproeven, afstandsgetal.
week 4
Rekenkundige reeks.
week 5
Meetkundige reeks.
week 6
TOETS
week 7 
Grafisch verloop, pupildiameter en gezichtsscherpte, practicumproef.
Planning

Slide 2 - Tekstslide

Week 3
Leerdoelen
Aan het einde van de week kan je:
- de verschillende optotypen benoemen en herkennen.
- de voor,- en nadelen van verschillende optotypen benoemen.
- de lettergrootte uitrekenen.
- het afstandsgetal uitrekenen.
Theorieboek
- bladzijde 18 tot en met 28.
Huiswerkopdrachten
Opdracht 5 tot en met 21.

Slide 3 - Tekstslide

Vorige les
  • het doel van de refractie
  • objectieve meting
  • subjectieve meting 
  • van welke factoren is de visus afhankelijk
  • wat betekent visus 1.0

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent visus 1.0
Nu kun je ook berekenen hoeveel de twee lichtpunten, op een bepaalde afstand, uiteen moeten liggen om ze nog gescheiden waar te kunnen nemen.








conclusie:
Op 6 meter afstand moeten voor visus 1.0 twee punten 1,8 mm uiteen liggen.

Slide 5 - Tekstslide

Optotypen // Snellen kaart
De Nederlandse oogarts Snellen ontwierp in 1862 op grond van deze theorie optotypen (letterkaart) om de visus te kunnen bepalen. 
Van deze optotypen is de letter E de grondslag. Deze letter is opgebouwd uit een vierkant dat onderverdeeld is in 5 x 5 gelijke hokjes zoals je in de afbeelding hiernaast kan zien. 

Slide 6 - Tekstslide

Optotypen // Snellen kaart
Elk hokje heeft voor visus 1.0 op 6 meter afstand een afmeting van 1,8 x 1,8 mm.
Zowel de zwarte als de witte hokjes hebben deze afmeting.

Slide 7 - Tekstslide

Optotypen // Snellen kaart
Hoe komt het dat een persoon bij de visusregel 1.0 de ene letter wel kan herkennen en een andere letter niet?

  • de ene letter is beter te herkennen dan de andere letter (T is makkelijker dan R).
  • bepaalde letters hebben een astigmatische voorkeursrichtingen (E, F, L).
  • de letter O is door zijn gesloten vorm volkomen vormneutraal.

Een nadeel van de optotypen van Snellen is dat de letters niet vormneutraal zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Optotypen // Landolt - ringen
De letterproef is alleen opgebouwd uit het Snellen-lettertype C.
  • iedere letter C heeft de opening in een andere richting.
  • de klant moet aangeven waar de opening zich bevindt.

Voordeel:
bruikbaar voor kinderen en analfabeten.

Nadeel:
ook een kleine astigmatische voorkeursrichting.

Slide 9 - Tekstslide

Optotypen // E-haken
Alternatief voor Landolt-ringen zijn de E-haken.
  • de E wordt in verschillende standen geplaatst.
  • de klant geeft aan waar de opening zich bevindt.


Nadeel:
duidelijke voorkeursrichting.

Slide 10 - Tekstslide

Optotypen // 'huisje-boompje-beestje'
LEA symbolen kaart
Amsterdamse plaatjes kaart

Slide 11 - Tekstslide

Optotypen // Goldman
Goldman heeft een andere variatie bedacht. 
  • vierkanten die gelijkmatig verdeeld zijn.
  • vierkanten zijn opgevuld met een schaakbordpatroon, op één na.
  • klant geeft aan waar het grovere patroon zich bevindt.

Nadeel:
Lage visus: zeer groot uitgevoerd.

Slide 12 - Tekstslide

Fovea centralis
De fotoreceptoren van ons netvlies bestaan uit staafjes en kegeltjes.
  • 6 miljoen kegeltjes (fovea centralis)
  • 120 miljoen staafjes (periferie)


Fovea centralis:
Door verdunning van de retina en de grote kegeltjesdichtheid 
is de gezichtsscherpte hier het grootst.
De hoogste visus wordt behaald met het centrum van het
netvlies, de fovea centralis >> "foveaal zien" of "centrale gezichtsscherpte.
Doorsnede van het netvlies.
Het 'kuiltje' is de macula.
Hierin bevinden zich voornamelijk de kegeltjes.
Fundus foto van het oog.
De lichte plek op de foto is de oogzenuw.
Rechts van de oogzenuw ligt de macula met daarin de fovea.
klik voor meer info
de staafjes en kegeltjes in het netvlies.

Slide 13 - Tekstslide