NUN 1F-2F A LE/LUI Examenopgaven maken 2.4 Dierbewust dagje uit

les-informatie
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B

auteur   MB
datum   oktober 2022

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nederlands voor anderstaligenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

les-informatie
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B

auteur   MB
datum   oktober 2022

Slide 1 - Tekstslide

p. 199 - 201   tekst 4
Dier-bewust dagje uit
Tekst 4 is erg lang. Je moet dus eerst de tekst verkennen:
titel, tussenkopjes, inleiding, afbeelding, bron, datum

p. 199, nummer 16, 17, 18
Lees tekst 4 oppervlakkig en zoek de antwoorden.
bewust - weten wat je doet, 
begrijpen wat er aan de hand is
oppervlakkig - een beetje, niet grondig

Slide 2 - Tekstslide

p.199, tekst 4, nr. 16, 17, 18
timer
0:30
A
A, B, C
B
C, C, A
C
B, C, B
D
A, A, A

Slide 3 - Quizvraag

p.199, nummer 16 en 17
16 A. ja Er worden alleen maar argumenten gegeven die aangeven dat dolfijnen het slecht hebben in een dolfinarium.
B nee. alleen in alinea 8
C nee. Dit argument is deel van de mening van de schrijver.
D nee. Hierover staat niets in de tekst.
17 A. ja.
B. nee. 'ruziemaken' doen ze juist in een dolfinarium met dieren uit een andere groep.
C. nee. In hun natuurlijke groep gebruiken dolfijnen dezelfde taal, in een dolfinarium komen de dolfijnen meestal uit verschillende groepen en hebben ze verschillende talen.

Slide 4 - Tekstslide

p.199, nr. 18 Wat is de kernzin van alinea 5?
a. ja. De zinnen ervoor en erna geven ondersteuning bij deze bewering.
B nee. Dit is een voorbeeld van het effect van de medicatie.
C nee. Het lachen van een dolfijn is geen emotie, maar een gezichtsvorm.

Slide 5 - Tekstslide

p. 199
lees de TIP

Zoek de antwoorden op vraag 19, 20 en 21.

Slide 6 - Tekstslide

p.199, tekst 4, nummer 19, 20, 21
timer
0:30
A
A, B, C
B
C, A, B
C
C, C, C
D
B, A, C

Slide 7 - Quizvraag

p.199, nr 19 en 20
19 A nee. Dolfijnen lachen nooit.
    B nee. Dolfijenen lachen nooit.
    C ja. Door de vorm van hun gezicht lijkt het of ze lachen.

10 A nee. (Dit is een reactie van het publiek.)
    B nee. (Hier wordt niets over gezegd.)
    C ja. (De dolfijn is volledig afhankelijk van de trainer voor
              voedsel.)
    D nee. (Hier wordt niets over gzegd.)

Slide 8 - Tekstslide

p.199, nummero 21
A nee. Hij herhaalt wel een aantal punten, maar het is geen samenvatting.
B nee. Hij noemt wel het chloorwater voor het eerst, maar gekoppeld aan de zee waarin de dolfijnen normaal leven.
C ja. De eerste zin is een conclusie na de argumenten in de voorgaande alinea's.

Slide 9 - Tekstslide

p.200
Lees de TIP.

Zoek de antwoorden op vraag 22 en 23.

Slide 10 - Tekstslide

p.200, tekst 4, nummer 22 en 23
timer
0:30
A
A, C
B
A, B
C
B, C
D
D, A

Slide 11 - Quizvraag

p.200, nummer 22
22 A ja. Hij gebruikt de woorden 'dan ook' . Dat betekent hier
            "dat is logisch, je kunt begrijpen dat".
B nee. 
C nee. Hij uit geen twijfel (bijv. met 'misschien' of een
          tegenvoorbeeld)
D nee. Geen tegenargumenten.

Slide 12 - Tekstslide

p.200, nummer 23
A nee. In een circus doen dieren ook tegen-natuurlijke kunstjes.
B nee. In de dierentuin hebben leeuwen ook veel te weinig ruimte en kunnen ze niet jagen op levende dieren.
C ja. In een bos leven de vogels op een natuurlijke manier in een natuurlijke omgeving.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe moeilijk vind jij deze tekst met de vragen?
Links super makkelijk en rechts extreem moeilijk.
0100

Slide 14 - Poll