In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Voorbereiding proefwerk begrijpend lezen
Les 1, 2, 9 en 10
Les 1, 2, 14 en 15
Slide 1 - Tekstslide
Les 1 Hoe weet je snel waar een tekst over gaat?
Titel
Inleiding
Tussenkopjes
Slide 2 - Tekstslide
Uitleg Titel, inleiding en tussenkopjes
Titel: staat boven de tekst, in vette, grote letters. Trekt je aandacht en maakt nieuwsgierig
Inleiding: begin van de tekst, soms schuin gedrukt (cursief)
Tussenkopjes: vaak dik gedrukt en geven aan waar de tekst die eronder staat over gaat
Slide 3 - Tekstslide
Hoeveel tussenkopjes heeft deze tekst?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 4 - Quizvraag
De inleiding is het...
A
begin van de tekst
B
midden van de tekst
C
einde van de tekst
Slide 5 - Quizvraag
Wat zijn tussenkopjes?
A
een of twee woorden, boven een alinea
B
een kopje van een katje
C
info in de eerste of laatste alinea
Slide 6 - Quizvraag
Boven bijna iedere tekst staat een titel. De titel...
A
vertelt kort waar de hele tekst over gaat.
B
staat in de tekst.
C
is kleiner dan de rest van de tekst.
D
behandelt een klein stukje van het onderwerp.
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de functie van een titel?
A
de lezer nieuwsgierig maken
B
het onderwerp van de tekst aangeven
C
A en B zijn allebei juist
Slide 8 - Quizvraag
Les 2 Hoe zoek je de belangrijkste informatie in een tekst?
Alinea: zinnen bij elkaar over hetzelfde onderwerp.
Eerste of laatste zin vaak het belangrijkst
Maakt een tekst makkelijker om te lezen
Slide 9 - Tekstslide
Wat zijn alinea's?
A
Een alinea is een deel van een tekst.
B
Een alinea is een titel van een stukje tekst.
C
Een alinea is een plaatje dat bij een deel van een tekst hoort.
D
Een alinea is een schuingedrukt stukje van de tekst.
Slide 10 - Quizvraag
Hoe herken je een alinea? Zoek de drie kenmerken.
A
Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel.
B
Soms springt de eerste regel van de nieuwe alinea iets in.
C
Soms wordt er tussen twee alinea's een regel overgeslagen
D
Een alinea is altijd vetgedrukt.
Slide 11 - Quizvraag
Les 9 hoe lees je een lange tekst in één minuut
Als je snel de belangrijkste informatie uit een tekst wilt halen, dan kun je de tekst globaal lezen. Je leest dan de eerste en de laatste zin van alle alinea’s.
Slide 12 - Tekstslide
Globaal lezen
Vijf stappen:
1. Lees titel, daarna tussenkopjes.
2. Lees de inleiding en bekijk plaatjes.
3. Lees de eerste en laatste zin van elke alinea. >> kernzinnen
4. Bedenk wat je al weet over het onderwerp.
5. Bedenk waar de tekst over zou kunnen gaan.
Slide 13 - Tekstslide
Wanneer is het handig om de tekst globaal te lezen?
A
Als je de tekst snel wilt lezen
B
Als je het moet leren voor een toets
C
Als je veel tijd hebt
D
Als je er een spreekbeurt over gaat houden
Slide 14 - Quizvraag
Les 10 Hoe zoek je interessant nieuws
Zoek de goede rubriek
Lees de koppen
Lees de inleiding
Vind je het interessant? Lees het helemaal!
Slide 15 - Tekstslide
Kies de juiste omschrijving bij het woord: rubriek
A
Verschillen en overeenkomsten
B
gedeelte dat altijd over hetzelfde onderwerp gaat
C
Een logische reden
D
Bewijs
Slide 16 - Quizvraag
Bij welke rubriek horen de volgende woorden: krokodil - slang - hagedis - schildpad