Les 5 - intro voca rutina y verbos reflexivos

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

En la clase de hoy:
Vas a aprender los verbos reflexivos
Vas a aprender vocabulario sobre 
la rutina diaria


Slide 2 - Tekstslide

Las clases anteriores
¿Cómo se pregunta 'Hoe laat is het'?

Slide 3 - Open vraag

¿Qué hora es?
Escribe también la parte del día
12.30

Slide 4 - Open vraag

¿Qué hora es?
Escribe también la parte del día
1.15

Slide 5 - Open vraag

¿Qué hora es?
Escribe también la parte del día
10.50

Slide 6 - Open vraag

Objetivo:
Puedo decir la hora en español
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Poll

Los deberes para hoy

Slide 8 - Tekstslide

Reader página 10, ej. 6
Traduce las palabras.
¿Qué tienen en comun estas palabras?
timer
4:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Los verbos reflexivos
Mira el video y apunta:
1. ¿Qué son verbos reflexivos?
2. ¿Cómo formas verbos reflexivos en español?
3. Apunta la traducción española a las siguientes verbos reflexivos:
Zich opmaken, nemen (van een drankje), naar bed gaan, opstaan, parfum opdoen, zich wassen, haren kammen,tanden poetsen lachen, zich vervelen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Los verbos reflexivos
Mira el video y apunta:
1. ¿Qué son verbos reflexivos?
2. ¿Cómo formas verbos reflexivos en español?
3. Apunta la traducción española a las siguientes verbos reflexivos:
Zich opmaken, nemen (van een drankje), naar bed gaan, opstaan, parfum opdoen, zich wassen, haren kammen,tanden poetsen lachen, zich vervelen

Slide 13 - Tekstslide

Zich opmaken
nemen (van drankje)
naar bed gaan
opstaan
parfum opdoen
haren kammen
tanden poetsen
zich vervelen
zich wassen
peinarse
perfumarse
maquillarse
levantarse
cepillarse los dientes
acostarse
aburrirse
tomarse
lavarse

Slide 14 - Sleepvraag

1. ¿Qué son verbos reflexivos?
2. ¿Cómo formas verbos reflexivos en español?

Slide 15 - Open vraag

Trabajar en grupos
Hacer un póster con la forma de los verbos de la rutina diaria

Grupo 1 (levantarse - peinarse - tener clases - terminar
Grupo 2 ducharse - maquillarse - hacer los deberes - desvestirse (i) 
Grupo 3 bañarse - desayunar - poner la mesa - ver la tele
Grupo 4 cepillarse - ir al insti - salir del cole - hacer deporte
Grupo 5 (despertarse (ie), acostarse (ue), vestirse (i) - empezar (ie)
timer
10:00
Ojo
Niet alle werkwoorden zijn wederkerend.
Niet alle werkwoorden zijn regelmatig (ie, i, ue, eerste persoon)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

De persoonlijke voornaamwoorden staan:
- altijd voor het vervoegde werkwoord 
Me ducho con agua fría
Me quiero duchar.
of
- direct achter het infinitief
Quiero ducharme con agua fría

Slide 19 - Tekstslide

/ Me duermo
Me siento
Me acuesto
Ponerse
Me pongo

Slide 20 - Tekstslide

Otros verbos reflexivos - regulares
  relajarse          concentrarse             cansarse                    aburrirse

   

Slide 21 - Tekstslide

OJO
  • Sommige werkwoorden zijn in het Spaans wel wederkerend en in het Nederlands niet: despertarse (wakker worden) levantarse (opstaan)
  • Sommige wederkerende werkwoorden hebben ook een stamklinkerwisseling: despertarse (ie), acostarse (ue) (naar bed gaan), vestirse(e/i) (zich aankleden)
  • Alléén werkwoorden die eindigen op -se zijn wederkerend, pas dus op dat je niet overal me, te, se etc. voor gaat zetten!!!

Slide 22 - Tekstslide

Practicamos para memorizar
'Haz clique aquí'
Haz los ejercicios 1, 4 y 5
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Practicamos más: el juego de la memoria
Pincha aquí

(¡puedes escuchar la pronunciación también!)


timer
3:00

Slide 24 - Tekstslide

Quizlet/overhoren
Zet de woordjes van de woordenlijst 'la rutina diaria' samen met jouw persoonlijke woordenlijstje van vandaag in Quizlet.
OF
Trabaja en parejas: overhoor elkaar de woordjes van 'La rutina diaria'

Slide 25 - Tekstslide

Evaluación
¿Qué verbos reflexivos conoces?
¿Cómo funcionan los verbos reflexivos?
¿Qué palabras relacionadas a la rutina diaria conoces?


Slide 26 - Tekstslide

Los deberes

Slide 27 - Tekstslide