Bij vermenigvuldigen schuif de komma op naar rechts.
Bij delen schuift de komma op naar links.
De komma schuift even veel plekken op als het aantal nullen in het getal waarmee wordt vermenigvuldigd.
10 --> 1 nul --> komma schuift 1 plek op.
100 --> 2 nullen --> komma schuift 2 plekken op.
1000 --> 3 nullen --> komma schuift 3 plekken op.