- Ik weet wat het verschil is tussen cijfers en getallen.
- Ik ken de waarde van getallen.
- Ik kan vermenigvuldigen en delen met veelvouden van 10 door de komma te verplaatsen.
- Ik weet hoeveel nullen duizend, miljoen, miljard en biljoen hebben.
- Ik kan grote getallen met cijfers en woorden schrijven.