Samenstellingen

Taalverzorging
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Taalverzorging

Slide 1 - Tekstslide

Maak nieuwe woorden:
1: fiets, deur, slag, lees, schoenen, eiken
2: plank, doos, boom, klink, bel

Slide 2 - Open vraag

Leerdoel

Je weet welke regels je moet toepassen bij tussenletters in samenstellingen.
 
Aan het eind van de les kun je zelf samenstellingen maken

Slide 3 - Tekstslide

Samenstelling
Als je twee woorden aan elkaar plakt, maak je een nieuw woord. 

Dat heet een samenstelling: school + boek = schoolboek.

Slide 4 - Tekstslide


Bessensap
Abrikozenjam
Benzinegeur
Aspergesoep
Hondenhok
Beresterk
Reuzenrad



Spinnenweb
Rodekool
Spinnewiel
Reuzeleuk
Gemeentehuis
Roggebrood
Rijstevlaai

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdregel
Als het eerste deel van een samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud op -en heeft, 
schrijf je -en- tussen de woorden.

Boekenbon
Paardenstal
Tomatensoep

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer geen extra -n?
  1. Als het eerste deel van de samenstelling geen meervoud heeft. --> bezinegeur
  2. Als het eerste deel van de samenstelling ook een meervoud op -s heeft --> groentewinkel
  3. Het eerste deel van de samenstelling verwijst naar iets waar er maar één van is. --> maneschijn

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer geen extra -n? 

4. Als het eerste deel geen zelfstandig naamwoord is. 
 --> Armelui

5. Het eerste deel een bijvoeglijk naamwoord versterkt 
---> Beresterk

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een extra -s?

Als je in een samenstelling een -s- hoort, dan schrijf je die ook.

Soms begint het tweede deel van de samenstelling met 
een s-klank
Vervang dan het tweede deel door een ander woord dat niet met een s-klank begint --> Oorlogsschip - oorlogsbuit 

Slide 9 - Tekstslide

hebben+ding
A
hebbeding
B
hebbending
C
hebding

Slide 10 - Quizvraag

Breken+been
A
breekbeen
B
brekenbeen
C
brekebeen

Slide 11 - Quizvraag

peer+sap
A
peersap
B
perensap
C
peresap

Slide 12 - Quizvraag

station+plein
A
stationplein
B
stationsplein

Slide 13 - Quizvraag

zon+stelsel
A
zonnestelsel
B
zonnenstelsel
C
zonstelsel

Slide 14 - Quizvraag

arm+lui
A
armelui
B
armenlui
C
armlui

Slide 15 - Quizvraag

mening+verschil
A
meningverschil
B
meningsverschil

Slide 16 - Quizvraag

zaak+man
A
zaakman
B
zakeman
C
zakenman

Slide 17 - Quizvraag

meisje+fiets
A
meisjefiets
B
meisjesfiets

Slide 18 - Quizvraag

kat+bak
A
katbak
B
kattebak
C
kattenbak
D
kattensbak

Slide 19 - Quizvraag

Rijst + pap

Slide 20 - Open vraag

Tarwe+bloem

Slide 21 - Open vraag

Verkeer+situatie

Slide 22 - Open vraag

Leerdoel

Je weet welke regels je moet toepassen bij tussenletters in samenstellingen.
 
Aan het eind van de les kun je zelf samenstellingen maken

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk

Maak opdracht 1, 2 en 3

Paragraaf taalverzorging blz. 136

Maandag 19 april

Slide 24 - Tekstslide

Extra
Vond je deze lesstof nou lastig?

Extra oefenen: www.cambiumned.nl
óf 
Vraag mij om extra uitleg

Slide 25 - Tekstslide