verkiezingen

Het doel van de les
Aan het einde van de les weet je wanneer vrouwen kiesrecht kregen.
weet je wanneer je een dubbele punt of puntkomma moet gebruiken in een tekst.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Het doel van de les
Aan het einde van de les weet je wanneer vrouwen kiesrecht kregen.
weet je wanneer je een dubbele punt of puntkomma moet gebruiken in een tekst.

Slide 1 - Tekstslide

inhoud van de les
Vorige les? Wat heb je toen geleerd?
Filmpje met vragen
instructie-extra instructie of basisopdracht
daarna verdieping of herhaling
terugkoppeling- doel behaald?
volgende les

Slide 2 - Tekstslide

introductie filmpje
De gemeenteraadsverkiezingen zijn geweest. Op dit moment mogen alle Nederlanders van 18 jaar en ouder stemmen. Is dit altijd zo geweest? Kijk en luister naar het filmpje; erna krijg je een aantal vragen hierover.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

opdrachten
In de boekje staan de opdrachten; ga kijken of je een aantal kunt beantwoorden. Dit doe je individueel.
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

tekst
In de tekst die we de vorige les hebben gelezen, is in de laatste alinea de interpunctie weggelaten. Na de instructie ga je deze toevoegen.

Slide 6 - Tekstslide

instructie interpunctie
Dubbele punt: Na een dubbele punt komt meestal een opsomming, een uitleg of een citaat. 
Het eerste woord na de dubbele punt krijgt meestal geen hoofdletter. Na de dubbele punt schrijf je wel een hoofdletter als er een volledige zin geciteerd wordt. Bijvoorbeeld: De dag begint altijd met een heel ritueel: opstaan, douchen, aankleden, ontbijten en naar school. 
Er zijn twee mogelijkheden: het gaat door of het gaat niet door.
De minister heeft gezegd: "Hier is geen geld meer voor."
 

Slide 7 - Tekstslide

interpunctie: Puntkomma in een zin 
Een puntkomma (in België ook kommapunt genoemd) is een leesteken midden in een zin. Er is een belangrijk verband tussen de delen voor en na de puntkomma, ook al zijn het vaak twee volwaardige zinnen en zou een punt ook gekund hebben. Een voorbeeld: 
We stonden vroeg op; we hadden een lange reis voor de boeg. 
Ik heb een hekel aan zwemmen; toch neem ik een zwembroek mee.

Slide 8 - Tekstslide

Extra instructie leestekens
Guus, Jan Ruurd, Douwe
Boek mee; bladzijde 214-215


Slide 9 - Tekstslide

Basisopdrachten
In de tekst die we de vorige les hebben gelezen, is in de laatste alinea de interpunctie weggelaten. Na de instructie ga je deze toevoegen. Gebruik het nakijkblad om te controleren. Meer dan vijf fouten ga je naar de herhaling; minder dan 5 naar de verdieping.

Slide 10 - Tekstslide

herhaling
lees bladzijde 214-215 van je boek; maak opdracht 1 en 2.
Daarna oefenen op leestrainer. Klik op de link.

Slide 11 - Tekstslide

verdieping
 Cambiumned
accent-trema-apostrof
Zie link op de slide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

extra stof

Klik op de link: NT2 en probeer de oefeningen te maken over de gemeenteraadsverkiezingen.

Slide 15 - Tekstslide