- Je gebruikt de dubbele punt voor een opsomming. - Je gebruikt de dubbele punt voor een verklaring.
- Je gebruikt de dubbele punt bij de directe rede.
Wat ik gekregen heb: een horloge, een bal en een agenda.
Ik heb de toets nog niet nagekeken: ik was op vakantie.
Janneke zei: 'Ik ben mijn laptop vergeten.'