Toets H4 Waarneming & Gedrag

Leg uit wat er met een ooglens gebeurt, zodra je een voorwerp dichter bij je oog brengt.
1 / 17
volgende
Slide 1: Open vraag
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leg uit wat er met een ooglens gebeurt, zodra je een voorwerp dichter bij je oog brengt.

Slide 1 - Open vraag

Een egel houdt een winterslaap in opgerolde toestand, is dit gedrag? Leg je antwoord uit.

Slide 2 - Open vraag

Zachte lenzen kunnen zuurstof doorlaten. Maar ze kunnen dat vermogen verliezen. Ook kunnen zachte lenzen die niet goed aansluiten op de oogbol in het hoornvlies drukken. Als daardoor blijvend zuurstoftekort in het hoornvlies ontstaat, reageert het lichaam door bloedvaatjes tot in het hoornvlies te laten doorgroeien.
De bloedvaatjes zorgen voor aanvoer van zuurstof. Maar wat is het nadeel van de ingroei van bloedvaatjes?

Slide 3 - Open vraag

Jonge grutto's zijn nestvlieders. Dat betekent dat ze kort na het uitkomen van de eieren het nest verlaten en zelfstandig voedsel beginnen te zoeken. Als de ouders alarmkreten slaken, verbergen de jongen zich tussen de vegetatie van de open weilanden waar ze leven.
Vanaf het moment dat de jongen worden geboren, vertonen de ouders vaak een speciaal gedrag: ze nemen plaats op hoge posten zoals weidemolentjes of hekpalen. Dit gedrag vertonen de ouders vóór het uitkomen van de jongen niet.
In het open weiland hebben nestvlieders een grotere overlevingskans dan nestblijvers.

Wat is het nadeel van een open weiland als broedplek? Welk voordeel hebben nestvlieders ten opzichte van nestblijvers?

Jonge grutto's zijn nestvlieders. Dat betekent dat ze kort na het uitkomen van de eieren het nest verlaten en zelfstandig voedsel beginnen te zoeken. Als de ouders alarmkreten slaken, verbergen de jongen zich tussen de vegetatie van de open weilanden waar ze leven. Vanaf het moment dat de jongen worden geboren, vertonen de ouders vaak een speciaal gedrag: ze nemen plaats op hoge posten zoals weidemolentjes of hekpalen. In het open weiland hebben nestvlieders een grotere overlevingskans dan nestblijvers.
Wat is het nadeel van een open weiland als broedplek? Welk voordeel hebben nestvlieders ten opzichte van nestblijvers?

Slide 4 - Open vraag

Bekijk de video op de volgende slide en geef dan antwoord op de volgende twee vragen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat is dit voor gedrag? En waarom vertoont deze vogel dit gedrag?

Slide 7 - Open vraag

Als deze vogel hetzelfde gedrag bij een huismus doet, zal dit dan hetzelfde effect hebben? Licht je antwoord toe.

Slide 8 - Open vraag

Zilvermeeuwen
Zilvermeeuwen rollen eieren die uit het nest zijn gerold, terug in het nest. Bij onderzoek is gebleken dat zij namaakeieren, die wel twintig maal zo groot zijn als de eigen eieren eerder in het nest rollen dan de eigen eieren. De namaakeieren hebben hetzelfde kleurpatroon als de eigen eieren.
Naar aanleiding van deze gegevens worden de volgende beweringen gedaan:
1 Het grote namaakei is een sleutelprikkel voor het inrolgedrag, het normale eigen ei niet.
2 Het grote namaakei is een motiverende factor voor het inrolgedrag, het eigen ei niet.
3 Bij het inrolgedrag is sprake van een leerproces door inprenting.

De volgende twee vragen gaan hierover.


Slide 9 - Tekstslide

Welke van deze beweringen is of welke zijn juist?
A
Geen
B
Alleen 1
C
1 & 3
D
1, 2 en 3

Slide 10 - Quizvraag

Bij dit onderzoek krijgen de namaakeieren dezelfde kleur als de echte eieren. Leg uit waarom, voor een goed onderzoek, de namaakeieren dezelfde kleur moeten krijgen.

Slide 11 - Open vraag

Nachtzwaluwen leven van insecten. Daar jagen ze op in de schemering. Op een bewolkte, koude avond zijn er weinig insecten, zodat de vogels hongerlijden. Houdt die honger enige tijd aan, dan kunnen nachtzwaluwen in een soort ‘koude verstijving’ raken: hun lichaamstemperatuur daalt, zodat ze niet actief kunnen zijn.

Welk voordeel heeft deze inactiviteit voor de nachtzwaluw?

Slide 12 - Open vraag

Bij een klap op zijn oog ziet Badr sterretjes. Hij denkt dat een klap op zijn oog een adequate prikkel is.

Heeft Badr gelijk? Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Open vraag

Bekijk de video op de volgende slide en geef dan antwoord op de laatste twee vragen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Geef een gedragsmatige verklaring voor het op eten van de muis door de kip. (We gaan er hier even vanuit dat de kip de muis op eet)

Slide 16 - Open vraag

Jim doet gedragsonderzoek bij kippen. Hij noteert gedurende tien minuten de gedragselementen van vier hennen P tot en met S. Hij noteert de volgende resultaten:
P: loopt rond - pikt T - drinkt - pikt R - pikt voedsel - wacht
Q: loopt rond - wacht - pikt voedsel - loopt rond - wacht - drinkt - loopt rond.
R: wacht - loopt rond - drinkt - pikt Q - pikt voedsel - wacht - loopt rond.
S: loopt rond - pikt voedsel - pikt P - wacht - loopt rond.
Welke kip is dominant? Licht je antwoord toe.

Slide 17 - Open vraag