Nederlands 2TAB: spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 1,2

Nederlands 

2TAB

Wat gaan we doen vandaag?

- Vraag van vandaag

- Starten met spelling

- Aan de slag

- Tijd over? Blooket

Aan het eind van de les:
- weet je wat wij komende periode gaan behandelen. 
- weet je wat spelling is

Wat is het leukste onderdeel van het Nederlands?

Wat is spelling?

Spelling

Komma's

Dubbele punten                                    

Aanhalingstekens                            
Meervoud op  '-s', '-en' en 'ën'      
Verkleinwoorden                              
Leenwoorden                                     

Spellingsalarm                                   

                     

 

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. intertoys
2. Intertoys

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. lente
2. Lente

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. Ameland
2. ameland

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. Januari
2. januari

Waar zet je de komma? Schrijf de hele zin op de goede manier.

Nu ik er langer over nadenk vind ik het geen gek idee.

Typ de zin over en plaats waar nodig een komma / komma's:
Marcel schiet toch eens op!

Ik wil graag eerder weg omdat ik naar de huisarts moet.

Schrijf deze zin opnieuw met de komma / komma's op de juiste plek.

Wat zijn leestekens?

1. Punt, vraagteken, komma en uitroepteken
2. Hoofdletters
3. Woorden
4. Gezegden

Leestekens.
Welke zin heeft alle leestekens goed?

1. Ga jij smorgens op de fiets naar de supermarkt?
2. Ga jij 's morgens op de fiets naar de supermarkt.
3. Ga jij 's morgens op de fiets naar de supermarkt?
4. Ga jij s' morgens op de fiets naar de supermarkt?

Zelfstandig aan de slag

Pak je tablet erbij en ga naar je online omgeving.

Maak paragraaf 1 van spelling.

Als je klaar bent, loop dan even langs mij!

Aan de slag

Jullie krijgen zo een opdracht op papier.
Opdracht 1 en 2 mag je samen maken.

Dit gebeurt op fluistertoon. 

Bij deze opdrachten kan je je lesboek gebruiken. 

Ipads blijven in de tas. 

Ben je klaar? Start alvast met opdracht 3.

Het was een donkere, stormachtige nacht toen Lize door het bos liep. Ze was op zoek naar haar hond Max, die ze kwijt was geraakt. 'Waar ben je, Max?', riep ze wanhopig. Door de harde regen zag ze bijna niets meer, daarom besloot ze even te schuilen onder een boom.

Plots hoorde ze een geluid. Het klonk als voetstappen die door de bladeren kraakten. 'Wie is daar?', vroeg ze met trillende stem. Maar niemand antwoordde. Ze keek om zich heen, maar kon niets zien door de dikke mist.

Opeens voelde Lize een hand op haar schouder. Ze schreeuwde en ze draaide zich snel om. Daar stond een oude man met een lange jas en een hoed. 'Zoek je wat?', vroeg hij met een lage stem.

'Ja, ik ben mijn hond kwijt. Heeft u hem misschien gezien?', vroeg Lize terwijl ze haar angst probeerde te verbergen. De man glimlachte een beetje vreemd en wees naar het pad voor haar. Misschien vind je wat je zoekt daar.'

Lize bedankte de man, maar terwijl ze wegliep, voelde ze zich nog steeds niet op haar gemak. Ze keek nog een keer achterom, maar de man was verdwenen.

Start nu met opdracht 3

Hier heb je 10 minuten de tijd voor. Als je klaar bent, lever je de opdrachten in. Vergeet niet je naam erop te schrijven.

De volgende les

- Heb je paragraaf 1 online klaar!

Heb je het volgende bij je: 
- Lesboek 
- Schrift