VEI 8.4 Afvalstoffen 2021 2022

Lesdoelen

  • De uitscheidingsorganen kunnen noemen, samen met de stoffen die ze uitscheiden.
  • De verschillende taken van de lever kunnen benoemen.
  • Kunnen uitleggen hoe de nieren werken.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen

  • De uitscheidingsorganen kunnen noemen, samen met de stoffen die ze uitscheiden.
  • De verschillende taken van de lever kunnen benoemen.
  • Kunnen uitleggen hoe de nieren werken.

Slide 1 - Tekstslide

Zoek in je boek en zet in je schrift:
Naam orgaan
Stoffen die uit het bloed gaan
timer
3:30

Slide 2 - Tekstslide

Welke organen halen afvalstoffen uit je bloed?
  • De uitscheidingsorganen verwijderen afvalstoffen uit je bloed en brengen het buiten je lichaam.

  • Dit proces noemen we ook wel uitscheiding.

Slide 3 - Tekstslide

Wat doet de lever?
De lever haalt stoffen uit je bloed en geeft weer andere stoffen af.

De lever krijgt bloed uit 2 bloedvaten:
  1.  De leverslagader voert bloed met zuurstof aan.
  2. De poortader voert bloed met voedingsstoffen aan vanaf de dunne darm.

Slide 4 - Tekstslide

In je schrift: 3 dingen die de lever doet
Wat doet de lever?
uitleg
1. stoffen afbreken en omzetten
giftige stoffen (bijv. alcohol en medicijnen)
eiwitten worden ureum 
rode bloedcellen

2. 
3. 
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

In je schrift: 3 dingen die de lever doet
Wat doet de lever?
uitleg
1. stoffen afbreken en omzetten
giftige stoffen (bijv. alcohol en medicijnen)
eiwitten worden ureum 
rode bloedcellen

2. stoffen maken
Gal
Cholesterol (MAVO)
3. Stoffen opslaan
Glycogeen
Vitaminen

Slide 6 - Tekstslide

Wat doet de lever?
De lever doet het volgende:
  1. Afbreken en omzetten van stoffen.
  2. Stoffen maken.
  3. Stoffen opslaan.

Slide 7 - Tekstslide

Afbreken en omzetten van stoffen.
  • Giftige stoffen
Giftige stoffen zoals alcohol en medicijnen worden afgebroken en onschadelijk gemaakt.
  • Eiwitten
Overtollige eiwitten worden afgebroken. De afvalstof die ontstaat heet Ureum.
  • Rode bloedcellen
'Versleten' rode bloedcellen worden afgebroken. Het ijzer uit de hemoglobine wordt opgeslagen.


Slide 8 - Tekstslide

Stoffen maken
  • Gal
De lever kan gal maken. Dit is een stof die helpt bij de vertering. Gal kan worden opgeslagen in de galblaas.

Slide 9 - Tekstslide

Stoffen opslaan
  • Glucose
Je lever slaat glucose op. Na het eten zit er veel glucose in je bloed. Het teveel aan glucose slaat de lever op in de vorm van glycogeen.

  • Vitaminen
Je lever slaat ook vitaminen op. Zoals vitamine A en D.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe werken de nieren?
De nieren liggen aan de achterzijde van de buikholte.

Beide nieren zijn met een urineleider verbonden met de urineblaas.

Slide 11 - Tekstslide

In je schrift: welke afvalstoffen halen de nieren uit je bloed?
soort stoffen
voorbeelden van stoffen
1. Afbraakproducten uit de lever
ureum, alcohol en medicijn resten
2.
3. 
timer
3:00

Slide 12 - Tekstslide

Hoe werken de nieren?
1. Afbraakproducten uit de lever
 ureum of de afbraakresten van alcohol en medicijnen.
2. Overtollige stoffen (die je teveel hebt)
zouten, water en sommige vitaminen
3. Overbodige stoffen (die je niet nodig hebt)
kleurstoffen

Slide 13 - Tekstslide

In je schrift: de drie delen van de nier plus functie
Deel van de nier
functie van het onderdeel van de nier
1.
2.
3. Nierbekken (binnenste deel)
brengt urine via de urineleiders naar de urineblaas
timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

In je schrift: de drie delen van de nier plus functie
Deel van de nier
functie van het onderdeel van de nier
1. Nierschors (buitenste laag)
filteren van afvalstoffen uit het bloed
2. Niermerg (middelste laag)
opvangen afvalstoffen en overtollig water = urine
3. Nierbekken (binnenste deel)
brengt urine via de urineleiders naar de urineblaas

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Urine
Kleurstof in urine.

Kleurstoffen uit rode bietjes komt uiteindelijk in je urine terecht. Dit zie je in bekerglas 2.

Slide 18 - Tekstslide

Wat gebeurt er in de lever?
De lever....
A
breekt eiwit, alcohol en rode bloedcelen af
B
slaat vitamine (A en D) en glycogeen op
C
maakt gal en cholesterol
D
allemaal

Slide 19 - Quizvraag

Drie bloedvaten zijn de leverader, de leverslagader en de poortader.
In welk bloedvat of in welke bloedvaten is het bloed zuurstofrijk?
A
Alleen in de leverslagader
B
In de leverader en in de poortader
C
In de leverslagader en de poortader
D
Alle drie bloedvaten

Slide 20 - Quizvraag

Je nieren halen afvalstoffen uit het bloed. Welke?
A
Oude rode bloedcellen
B
koolstofdioxide
C
giftige stoffen
D
water

Slide 21 - Quizvraag

Waar gaan de afvalstoffen uit je nieren naartoe?
A
Endeldarm
B
Lever
C
Blaas
D
Galblaas

Slide 22 - Quizvraag

Verbind de juiste namen bij de onderdelen van de nier. (Bron 3 in je boek!)
5Nierschors
Urineleider
Nierslagader
Nierbekken
Nierader
Niermerg

Slide 23 - Sleepvraag

Zelf aan de slag (8.4)
Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. Niks doen is geen optie.

  • Opdracht 1 t/m 13 (WB blz. 80 t/m 83) (Kader)
  • Zelf samenvatten (schrift) (TB 8.4)
  • Opdrachten in Noordhoff (Mavo)
  • Begrippenlijst maken.

Slide 24 - Tekstslide