8.4 Afvalstoffen

Welkom
Log in met je ipad (mobiel is niet toegestaan) en tik op de uitnodiging.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Log in met je ipad (mobiel is niet toegestaan) en tik op de uitnodiging.

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
- Wat weet je nog?
- Uitleg over de lever en nieren
-Zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Aorta
Onderste holle ader
Longslagader
Bovenste holle ader
Rechterkamer
Rechterboezem
Linkerboezem
Linkerkamer

Slide 3 - Sleepvraag

Zie afbeelding. Welk type bloedvat is dit?
Dit bloedvat heeft een klep. (zie plaatje)
A
ader
B
slagader
C
haarvat

Slide 4 - Quizvraag

De longslagader en longader horen bij....
A
de grote bloedsomloop
B
de kleine bloedsomloop

Slide 5 - Quizvraag

Zijn de hartkleppen open of gesloten tijdens de hartpauze?
A
open
B
gesloten

Slide 6 - Quizvraag

Waar zat het vocht dat uit een blaar komt?
A
in cellen
B
tussen cellen
C
in haarvaten
D
tussen haarvaten

Slide 7 - Quizvraag

Juist of onjuist
In weefselvloeistof komen rode bloedcellen voor.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Juist of onjuist
In weefselvloeistof komen witte bloedcellen voor.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Juist of onjuist
In weefselvloeistof komen hormonen voor.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Juist of onjuist
In weefselvloeistof komen vitaminen voor.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Lesdoelen

  • De uitscheidingsorganen kunnen noemen, samen met de stoffen die ze uitscheiden.
  • De verschillende taken van de lever kunnen benoemen.
  • Kunnen uitleggen hoe de nieren werken.

Slide 12 - Tekstslide

Welke organen halen afvalstoffen uit je bloed?
  • De uitscheidingsorganen verwijderen afvalstoffen uit je bloed en brengen het buiten je lichaam.

  • Dit proces noemen we ook wel uitscheiding.

Slide 13 - Tekstslide

Wat doet de lever?
De lever haalt stoffen uit je bloed en geeft weer andere stoffen af.

De lever krijgt bloed uit 2 bloedvaten:
1. De leverslagader voert bloed met zuurstof aan.
2. De poortader voert bloed met voedingsstoffen aan vanaf de dunne darm.

Slide 14 - Tekstslide

Wat doet de lever?
De lever doet het volgende:

1. Afbreken en omzetten van stoffen.
2. Stoffen maken.
3. Stoffen opslaan.

Slide 15 - Tekstslide

Afbreken en omzetten van stoffen.
  • Giftige stoffen
Giftige stoffen zoals alcohol en medicijnen worden afgebroken en onschadelijk gemaakt.
  • Eiwitten
Overtollige eiwitten worden afgebroken. De afvalstof die ontstaat heet Ureum.
  • Rode bloedcellen
'Versleten' rode bloedcellen worden afgebroken. Het ijzer uit de hemoglobine wordt opgeslagen.


Slide 16 - Tekstslide

Stoffen maken
  • Gal
De lever kan gal maken. Dit is een stof die helpt bij de vertering. Gal kan worden opgeslagen in de galblaas.

Slide 17 - Tekstslide

Stoffen opslaan
  • Glucose
Je lever slaat glucose op. Na het eten zit er veel glucose in je bloed. Het teveel aan glucose slaat de lever op in de vorm van glycogeen.

  • Vitaminen
Je lever slaat ook vitaminen op. Zoals vitamine A en D.

Slide 18 - Tekstslide

Nieren
Leerdoel
  • Kunnen uitleggen hoe de nieren werken.

Slide 19 - Tekstslide

Hoe werken de nieren?
De nieren liggen aan de achterzijde van de buikholte.

Beide nieren zijn met een urineleider verbonden met de urineblaas.

Slide 20 - Tekstslide

Hoe werken de nieren?
De nieren filteren afvalstoffen uit het bloed:
  • 1. Afbraakproducten uit de lever: zoals ureum of de afbraakresten van alcohol en medicijnen.

  • 2. Overtollige stoffen (die je teveel hebt): zoals zouten, water en sommige vitaminen.

  • 3. Overbodige stoffen (die je niet nodig hebt): zoals kleurstoffen. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Maar wat als je nieren niet goed meer werken...

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Zelf aan de slag (8.4)
Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. Niks doen is geen optie.

  • Opdrachten 8.4 (WB blz. 92 t/m 94)
  • Zelf samenvatten (schrift) (TB blz. 54 t/m 56)
  • Samenvatting werkboek (WB blz. 102 t/m 106) 
  • Test Jezelf (WB blz. 107 t/m 111) 
  • Digitaal Werkboek in Cumlaude

Slide 27 - Tekstslide

Evaluatie
De uitscheidingsorganen kunnen noemen, samen met de stoffen die ze uitscheiden.
De verschillende taken van de lever kunnen benoemen.
Kunnen uitleggen hoe de nieren werken.

Slide 28 - Tekstslide

Noem 3 dingen die je hebt geleerd in deze les.
Noem 2 dingen die je interessant vond
Geef nog 1 vraag: wat wil je nog weten

Slide 29 - Open vraag