Werkwoorden Thema Vrije tijd

Leren en gebruiken van de werkwoorden uit de woordenlijst
Thema Vrije tijd
Werkwoorden 
A1-A2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leren en gebruiken van de werkwoorden uit de woordenlijst
Thema Vrije tijd
Werkwoorden 
A1-A2

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren vandaag?
Vandaag gaan we oefen met de werkwoorden van dit thema. 
We gaan oefenen hoe je ze schrijft, zegt en gebruikt in een zin. 
Aan het einde van de les kun je zelf zinnen maken met deze werkwoorden.






Praat erover
  • Welke werkwoorden ken je al van dit thema?
  • Noem een werkwoord dat je vaak gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoorden A1
afknippen, genieten, knippen, optreden, organiseren, rennen, surfen, verdelen, versieren, vervangen, vervelen, verven, voorlezen.
Werkwoorden A2
afspreken, bellen, dansen, doen, fietsen, gaan, gebeuren, interviewen, lijken, plannen, regelen, rondkijken, springen, sturen, uitslapen, willen.
A2
Ga naar de Classroom
Zoek een afbeelding bij het werkwoord en maak :
  • 6 zinnen in de tegenwoordige tijd
  • 6 zinnen in de verleden tijd
  • 4 vraagzinnen

Slide 3 - Tekstslide

Afknippen
Zij knipt de haren af.

Slide 4 - Tekstslide

Genieten
Ik geniet van mijn vrije tijd.

Slide 5 - Tekstslide

Knippen
De jongen knipt het papier.

Slide 6 - Tekstslide

Optreden
De zangeres treedt op met haar nieuwe liedje.

Slide 7 - Tekstslide

Organiseren
De juf organiseert het leerwerk voor ons.

Slide 8 - Tekstslide

Rennen
Je mag niet door de gang rennen.

Slide 9 - Tekstslide

Surfen
De jongen surft op de golven.

Slide 10 - Tekstslide

Verdelen
Mijn moeder verdeelt de taart in grote stukken.

Slide 11 - Tekstslide

versieren
De kamer is versiert met slingers.

Slide 12 - Tekstslide

Vervangen
De lamp is stuk. Hij moet vervangen worden.

Slide 13 - Tekstslide

Vervelen
De les is saai. Ik verveel me.

Slide 14 - Tekstslide

Verven
Mijn vader verft de muur van de slaapkamer geel. 

Slide 15 - Tekstslide

Voorlezen
De meester leest een verhaal voor uit het boek.

Slide 16 - Tekstslide

Vul in:
  1. Ik ___ (rennen) naar de bus.
  2. Wij ___ (vervelen) ons op school.
  3. Zij ___ (voorlezen) een boek ___.

Slide 17 - Tekstslide

Werk in groepjes en vul de placemat in
Je krijgt een placemat van je docent.
Op de placement staan 3 groepen:
  1. Acties
  2. Organisatie
  3. Creativiteit
Verdeel de werkwoorden in de goede groep. 
Voorbeeld
Acties: rennen
Organisatie: organiseren
Creativiteit: afknippen

A2
Bedenk een extra groep voor op de placemat verdeel de werkwoorden over de groepen. 
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Zinnen maken
Ga naar de Classroom en maak bij elk werkwoord een zin.
Maak van 5 werkwoorden een vraagzin.
Bijvoorbeeld: Knip jij in het papier?

Slide 19 - Tekstslide

Welk werkwoord vond je het moeilijkst?

Slide 20 - Open vraag

Ik ken de betekenis van de werkwoorden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll