Disk woordenschat vrije tijd 4 en 5

Vrije tijd
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vrije tijd

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Nieuwe woorden leren.
  • Praten, lezen en schrijven over vrije tijd.
Wat heb je nodig?

  • (Woorden)schrift en pen
  • Laptop -> inloggen LessonUp

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van deze les:

- kan je de betekenis van de woorden:  rennen, vervangen, het spel, organiseren, de planning, de plek, tegen, terecht, uitgebreid, verdelen, voorlezen, versieren begrijpen uit het verhaal en kan je de woorden in zinnen gebruiken.

-kan je samenwerken om een woordprobleem op te lossen.


Slide 3 - Tekstslide

Doelen per niveau:
A1: Je kan eenvoudige woorden en zinnen begrijpen en gebruiken om te praten over activiteiten en seizoenen (bijvoorbeeld: “In de zomer doe ik een activiteit.”).
Je kan eenvoudige vragen stellen over vrije tijd (bijvoorbeeld: “Wat doe jij in de winter?”).

A2 Je kan korte zinnen maken om je vrije tijd te beschrijven, inclusief activiteiten en seizoenen (bijvoorbeeld: “Ik ga in de zomer naar een buitenlands strand om te surfen.”). Je kan eenvoudige gesprekken voeren over leuke activiteiten in vrije tijd.

B1 Je kan gedetailleerde beschrijvingen geven van je favoriete seizoenen en hoe je vrije tijd doorbrengt. Je kan een korte presentatie houden over een buitenlands avontuur, inclusief hoe je plezier beleeft aan activiteiten zoals surfen.

Slide 4 - Tekstslide

Startopdracht:  Woordenestafette 
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Type hier een titel
     Een sportieve spelletjesdages 4/5
  • Schrijf het woordweb in je schrift!
timer
5:00
     Emma en haar vrienden gaan een spelletjesdag organiseren in het park. Ze maken eerst een planning: welke spellen doen ze en op welke plek?
     Ze beginnen met een race. Iedereen moet rennen naar de finish. Sam rent tegen Taha en Sam wint! "Dat is terecht," zegt Lisa, "hij is het snelst!"
     Daarna spelen ze een bordspel. Maar oei! Een pion is kwijt. "Geen probleem, we kunnen hem vervangen met een steentje," zegt Emma.
     Na de spellen verdelen ze taken: Lisa helpt met versieren, Sam leest de spelregels voor en Emma zorgt voor snacks.
     Na een uitgebreide en gezellige middag zegt Sam: "Dit moeten we vaker doen!" Iedereen is het met hem eens: vrije tijd is leuk samen!

Slide 6 - Tekstslide

Type hier een titel
de planning
een overzicht waarin staat welke dingen wanneer moeten gebeuren


De planning voor morgen is klaar.
de tijd
de planning
de taken
de agenda

Slide 7 - Tekstslide

Type hier een titel
organiseren 
voorbereiden om iets te regelen



Moeder organiseert een feestje voor Eva.


organiseren
plannen
regelen
het evenement

Slide 8 - Tekstslide

Type hier een titel
de plek
een plaats, een gebied in de wereld



Dit is een mooie plek voor een picknick.



 









de plek
Waar?
de locatie
buiten

Slide 9 - Tekstslide

Type hier een titel
 het spel
een activiteit om plezier te maken




We spelen een spel met kaarten.


het spel
leuk
regels
winnen

Slide 10 - Tekstslide

Type hier een titel
tegen
in contact met iemand of iets



Ik speel tegen mijn vriend in een spel.
tegen
leuk
winnen
de regels

Slide 11 - Tekstslide

Type hier een titel
terecht
als je er een goede reden voor hebt






Zijn straf is terecht, want hij heeft iets fout gedaan.
terecht
klopt
eerlijk
goed

Slide 12 - Tekstslide

Type hier een titel
uitgebreid
iets wat groot, veel of ruim is




De docent geeft een uitgebreid antwoord op de vraag.


veel
groot
lang

Slide 13 - Tekstslide

Type hier een titel
verdelen
in meerdere stukken maken




We verdelen de koekjes eerlijk.
delen
gelijk
samen
verdelen

Slide 14 - Tekstslide

Type hier een titel
voorlezen
een tekst lezen en de woorden uitspreken, zodat iemand anders ze kan
horen


Mijn moeder leest een verhaaltje voor.
luisteren
het boek
de stem
voorlezen

Slide 15 - Tekstslide

Type hier een titel
vervangen
de plaats van iets of iemand innemen



Ik moet mijn pen vervangen, want hij doet het niet meer.
nieuw
wisselen
kapot / stuk

Slide 16 - Tekstslide

Type hier een titel
versieren
mooi maken



We versieren de kamer met ballonnen.
mooi
de kleuren
het feest
versieren

Slide 17 - Tekstslide

Type hier een titel
rennen 
snel lopen



Hij moet hard rennen om de bus te halen.
de sport
bewegen
snel
rennen

Slide 18 - Tekstslide

timer
0:30
Welke woorden horen bij versieren?

Slide 19 - Woordweb

timer
1:00
timer
0:30
Welke woorden horen bij het spel?

Slide 20 - Woordweb

timer
0:30
Welke woorden horen bij de planning?

Slide 21 - Woordweb

timer
0:30
Welke woorden horen bij rennen?

Slide 22 - Woordweb

timer
0:30
Welke woorden horen bij verdelen?

Slide 23 - Woordweb

timer
0:30
Welke woorden horen bij voorlezen?

Slide 24 - Woordweb

timer
0:30
Welke woorden horen bij tegen?

Slide 25 - Woordweb

timer
0:30
Welke woorden horen bij organiseren?

Slide 26 - Woordweb

timer
0:30
Welke woorden horen bij het spel?

Slide 27 - Woordweb

timer
0:30
Welke woorden horen bij vervangen?

Slide 28 - Woordweb

timer
0:30
Welke woorden horen bij uitgebreid?

Slide 29 - Woordweb

timer
0:30
Welke woorden horen bij terecht?

Slide 30 - Woordweb

Opdracht: groepjes van 3-4- woordmissie - Samen oefenen
Red het feestje! 🎉
Jullie hebben een missie: een feestje organiseren, maar onderweg zijn er uitdagingen. Om deze op te lossen, moeten jullie 8 woorden correct gebruiken.
Stap 1: Woordverkenning (5 min)
• Elke groep krijgt een woordkaart met één van de 8 woorden.
• De groep bedenkt een korte uitleg en een zin met hun woord.
• De groep legt het woord uit aan de rest van de klas.

timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Red het feestje! 🎉

Elk groepje krijgt een "missiekaart" met een probleem dat jullie samen moeten oplossen met de juiste woorden. 

Bijvoorbeeld:
1. "Jullie willen een spel spelen, maar jullie hebben geen dobbelsteen! Wat kunnen jullie doen?"

o Oplossing: "We kunnen de dobbelsteen vervangen door een muntje."

timer
20:00

Slide 32 - Tekstslide

Elk groepje presenteert hun oplossing
Presentaties
•Jullie bespreken samen je oplossing en schrijven een korte zin op.
• Daarna presenteren jullie jullie oplossing aan de klas. (Max. 1 minuut).

timer
15:00

Slide 33 - Tekstslide

Reflectie en slotspel (5-10 min)
• De klas bespreekt welke woorden zijn gebruikt en of de oplossingen terecht waren.
• Een korte opdracht als afsluiting:
o De docent noemt een woord.
o Eén leerling van elk groepje schrijft een zin met dat woord op een wisbordje. 


Refelctie en afsluiting (5-10 minuten)

Slide 34 - Tekstslide

Huiswerk


    Rond alle oefeningen en taken van het thema vrije tijd af!

  • Leer voor de toets op vrijdag 31-1!


Slide 35 - Tekstslide