Verpleegplan

Het verpleegplan
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het verpleegplan

Slide 1 - Tekstslide

Wat denken jullie wat een verpleegplan is?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verpleegplan 

Slide 4 - Tekstslide

Stappen van het verpleegplan
Stap 1: Kies een model
Stap 2: Verzamelen informatie
Stap 3: Analyseren van informatie/ ordenen
Stap 4: Formuleren van verpleegproblemen 
Stap: 5 Welke verpleegprobleem is belangrijk/ Prioriteiten stellen
Stap 6: Formuleren van doelen
Stap 7: Kiezen van interventies
Stap 8: Rapporteren en evauleren

Slide 5 - Tekstslide

Definitie verplegen
Verplegen is het beroepsmatig ondersteunen en beïnvloeden van de vermogens van de zorgvrager 
bij feitelijke of potentiële reacties op gezondheids- en/of
daaraan gerelateerde bestaansproblemen en op de behandeling of therapie
om het evenwicht tussen draagkracht en draaglast te handhaven of te herstellen.

Slide 6 - Tekstslide

Waarom dan een verpleegplan?
  • Om verplegen concreet en doelgericht te maken
  • Om samen op één lijn te zitten
  • Om continuïteit te bieden
  • ...
  • ...
  • ...
  • Omdat het wettelijk verplicht is.....

Slide 7 - Tekstslide

Draagkracht vs. draaglast

Slide 8 - Tekstslide

Waar loop je stage?
A
Ouderen, PG
B
Ouderen, Somatiek
C
Gehandicapten
D
Thuiszorg

Slide 9 - Quizvraag

Hoe vaak heb je met een verpleegplan te maken?
A
Nooit
B
Enkele keren per jaar
C
Enkele keren per maand
D
(Bijna) dagelijk

Slide 10 - Quizvraag

Methodes voor het verzamelen van gegevens

Anamnesegesprek
Waarnemingen
Metingen
Interpretaties

Slide 11 - Tekstslide

Welk systeem gebruiken we voor het opstellen van verpleegkundige diagnoses?

Slide 12 - Open vraag

Probleem
Ethiologie
Symptomen
Zweten en sterke urinegeur
Dehydratie
Warme omgeving

Slide 13 - Sleepvraag

Verpleegdoelen opstellen doe ik:
A
Heel vaak
B
Regelmatig
C
Af en toe
D
Nooit

Slide 14 - Quizvraag

Welk systeem gebruiken we voor het formuleren van verpleegdoelen?

Slide 15 - Open vraag

Waar staan de letters SMART voor?

Slide 16 - Open vraag

SMART FORMULEREN
  • Specifiek                    Wie, wat, waar, wanneer, waarom               
  • Meetbaar                   Getallen, vergelijkingen, testbaar
  • Acceptabel               Draagvlak, actiegerichtheid, resultaat         
  • Realistisch                Haalbaarheid, inspanning vs resultaat
  • Tijdsgebonden       Datum, tijdstip, vast te stellen moment

Slide 17 - Tekstslide

Het verpleegplan
  • Verpleegproblemen           (Probleem, Ethiologie,Symptomen)

  • Doelen en acties                  (Doelen SMART, acties concreet)

  • Cliëntagenda                         (Actieplan, planning)

                  begrijpelijke taal, te begrijpen door de cliënt!

Slide 18 - Tekstslide

Verpleegprobleem
  • Probleem:              -Naar de cliënt geschreven: Mw/dhr/...  (U?)                                       -Objectief

  • Ethiologie:             -Oorzaak, feitelijk
 
  • Symptomen:        -Waargenomen, geuit, gemeten   

Slide 19 - Tekstslide

Probleem naar oplossing
  • Doelen:                  -SMART                  (te bereiken eindpunt)
                                         -Probleem oplossend / hanteerbaar makend

  • Acties:                    -Concreet             (de weg naar het doel toe)

  • Clientagenda:      -Dagindeling, weekindeling, concreet plan!

Slide 20 - Tekstslide

Wie stelt het verpleegplan vast?
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De cliënt
D
De mantelzorger

Slide 21 - Quizvraag

Ga niet te kort door de bocht...
P:    Mw heeft veel pijn van een decubituswond
E:    Mw ligt te veel op bed
S:    Gele wond, pijn, slechte nachtrust

Of.....


Slide 22 - Tekstslide

Ga niet te kort door de bocht...
P: Mw heeft veel pijn van een decubituswond
E: Mw heeft een slechte voedingstoestand
S: Gele wond, pijn, slechte nachtrust

P: Mw heeft veel pijn van een decubituswond
E: Mw ligt veel op bed omdat mobiliseren pijnlijk is
S: Gele wond, pijn, slechte nachtrust

Slide 23 - Tekstslide

Maar wat doen we dan met Gordon?

Slide 24 - Open vraag

Problemen ordenen
  • gezondheidspatronen gebruiken
  • Interpreteren
  • Prioriteren

  • Maar ook: vaststellen wensen, behoeften!

Slide 25 - Tekstslide

Verpleegplan volgens de 4 domeinen
 
  1. Mentaal welzijn
  2. Lichamelijk welbevinden en gezondheid
  3. Participatie 
  4. Woon en leefomstandigheden 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video