Thema 2, blok 2 van rondtrekken naar vaste woonplaats

Tijdvak: Jagers en boeren
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tijdvak: Jagers en boeren

Slide 1 - Tekstslide

Tijdvak: Jagers en boeren
Tijdvak 1: Tijd van jagers en boeren

Slide 2 - Tekstslide

Planning
1. Terugblik
2. Nieuwe stof: van jager naar boer (10-15 m)
3. Lesdoelen controleren
4. Zelf werken

Slide 3 - Tekstslide

Waar leefden de eerste mensen van?
(wat was hun "beroep"?)

Slide 4 - Open vraag

Wat zijn nomaden?

Slide 5 - Open vraag

Waarom trekken Jagers en Verzamelaars rond?
A
Ze konden geen vaste woonplek vinden
B
Als het eten opraakt of niet meer groeit moeten ze door
C
Het is te koud
D
Het is te warm

Slide 6 - Quizvraag

Waarom was de uitvinding van vuur zo belangrijk?

Slide 7 - Open vraag



Thema 2, blok 2
Van rondtrekken naar vaste woonplaats
Boeren

Slide 8 - Tekstslide

Landbouw
  • Mensen worden slimmer
  • Makkelijker om gewassen te verbouwen i.p.v. steeds nieuwe te zoeken


Slide 9 - Tekstslide

Goed voor de planten
  • Planten die lekkere vruchten worden opnieuw geplant
  • De planten past zich aan: de vruchten worden steeds groter en geschikter

Slide 10 - Tekstslide

Akkerbouw
  • De gewassen worden nu op grote stukken land geplant
  • Dit noemen we akkers
  • Zo zijn ze makkelijker te zaaien en te oogsten
  • Naast de akkers bouwen de boeren betere en grotere huizen, ze bleven daar nu ook wonen

Slide 11 - Tekstslide

Veeteelt
  • Dit zelfde geld voor dieren: makkelijk dicht bij huis dan er achter aan lopen
  • Ook dieren passen zich aan: er ontstaan koeien, schapen etc
  • dieren werden ook gebruikt om land om te ploegen en de mest werd gebruikt om nog meer en  beter voedsel te produceren

Slide 12 - Tekstslide

Midden-oosten
  • De omgeving is erg belangrijk voor de boeren.
  • Niet elke plek is even geschikt, maar in het midden-oosten wel. Daar komen de boeren vandaan
  • Dit gebied wordt ook wel de vruchtbare halve maan genoemd

Slide 13 - Tekstslide

Boerderijen worden dorpjes
  • Als veel mensen bij elkaar wonen, ben je beter beschermd
  • Je kan elkaar helpen, taken verdelen en je leert van elkaar. 
  • Om de grond nog beter te maken, gebruikten de boeren irrigatie (water naar het land laten lopen/brengen)

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit hoe sommige jager-verzamelaars boer worden

Slide 15 - Open vraag

Wat is akkerbouw?
A
Het houden van dieren
B
Het verbouwen van gewassen
C
Het verbouwen van gewassen op akkers
D
Het gebruiken van mest

Slide 16 - Quizvraag

Wat is veeteelt?
A
Jagen op dieren
B
Het houden van dieren
C
Het verbouwen van fruit
D
Het verzamelen van fruit

Slide 17 - Quizvraag

Wat is irrigatie?
A
Als je je aan iemand ergert
B
Een boerderij bouwen
C
Gewassen planten
D
Water uit een rivier over het land laten lopen

Slide 18 - Quizvraag

Zelf werken
Taakwerk blok 2 / Taakwerk blok 1 afmaken
Klaar? Ander vak
Voor jezelf, niet samenwerken

Muziek mag -> oortjes en playlist

Slide 19 - Tekstslide

Deze les: van jager naar boer
  • Sommige jager-verzamelaars worden boer: ze gaan gewassen en dieren dicht bij huis verbouwen in plaats van rondtrekken (landbouw, akkerbouw en veeteelt)
  • Natuur en dieren passen zich aan
  • Ze blijven op één plek wonen, huizen worden beter
  • Kleine dorpjes ontstaan, mensen helpen elkaar 
  • Nieuwe technieken worden uitgevonden

Slide 20 - Tekstslide



Thema 2, blok 2
Van rondtrekken naar vaste woonplaats (2)

Slide 21 - Tekstslide

Planning
1. Terugblik
2. Nieuwe stof: van jager naar boer, vervolg (10-15 m)
3. Lesdoelen controleren
4. Zelf werken

Slide 22 - Tekstslide

Tijdvak: Jagers en boeren
Tijdvak 1: Tijd van jagers en boeren

Slide 23 - Tekstslide

Vorige les: van jager naar boer
  • Sommige jager-verzamelaars worden boer: ze gaan gewassen en dieren dicht bij huis verbouwen in plaats van rondtrekken (landbouw ->  akkerbouw en veeteelt)
  • Natuur en dieren passen zich aan
  • Ze blijven op één plek wonen, huizen worden beter
  • Kleine dorpjes ontstaan, mensen helpen elkaar 
  • Nieuwe technieken worden uitgevonden

Slide 24 - Tekstslide

Natuurlijke selectie (1)
  • Planten en dieren pasten zich aan
  • Alleen de geschikste planten en dieren overleven en worden gebruikt in de akkerbouw en de veeteelt

Slide 25 - Tekstslide

Natuurlijke selectie (2)
  • Het leven met dieren kwam niet zonder risico's -> Veel ziektes
  • Hier vindt ook natuurlijke selectie plaats
  • Alleen de fitste boeren overleven

Slide 26 - Tekstslide

Verspreiding van de boeren
  • Boeren verspreidden zich over de hele wereld
  • Overal waar ze komen moeten ze zich aanpassen
  • Ze zijn afhankelijk van het klimaat 

Slide 27 - Tekstslide

Eerste boeren in NL
  • Eerste boeren in NL in de steentijd (7000 vC)
  • Dat weten we omdat de voorwerpen uit die tijd van steen waren gemaakt
  • Boeren uit Drenthe maken hunebedden

Slide 28 - Tekstslide

Het aanpassen van land
  • De eerste boeren moeten het land aanpassen voor de landbouw
  • Natuurlandschap: Geen aanpassingen door mensen
  • Ingericht landschap: Wel aanpassingen door mensen

Slide 29 - Tekstslide

Zelf werken
Taakwerk blok 2 / Klaar? Ander vak
Voor jezelf, niet samenwerken (-> dus zachtjes)

Muziek mag -> oortjes en playlist (niet skippen)


Slide 30 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit wat Natuurlijke selectie betekent

Slide 31 - Open vraag

Hoe noem je een landschap niet is aangepast door mensen
A
Natuurlandschap
B
Ingericht landschap

Slide 32 - Quizvraag

Hoe noem je een landschap wel is aangepast door mensen
A
Natuurlandschap
B
Ingericht landschap

Slide 33 - Quizvraag

Wat is kenmerkend voor de Steentijd?
A
Hunebedden zijn van steen
B
Er zijn veel stenen in die tijd
C
Voorwerpen uit die tijd zijn van steen gemaakt

Slide 34 - Quizvraag

Thema 2, blok 1 en 2
Klimaatgrafieken

Slide 35 - Tekstslide

Weer en klimaat
Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

Slide 36 - Tekstslide

Weer en klimaat
Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

Weer: tijdelijk, veranderlijk en plaatselijk. 
Klimaat: Gemiddelde weer over 30 jaar

Slide 37 - Tekstslide

Aflezen in een klimaatgrafiek
Neerslag in mm
De blauwe balkjes geven aan hoeveel neerslag er in een maand valt. Onder aan zie je voor welke maand. Aan de linkerkant zie je hoeveel mm
Temperatuur in graden C
De rode lijn geeft aan hoe warm het is geweest in een maand . Onder aan zie je voor welke maand. Aan de rechterkant zie je hoeveel graden C

Slide 38 - Tekstslide

Van welk land zou deze klimaatgrafiek kunnen zijn?
Veel neerslag in de wintermaanden, weinig in de zomer
Warm in de zomer, koud in de winter

Slide 39 - Tekstslide

Tropisch regenwoudklimaat

TEMPERATUUR: Hele jaar warm (geen seizoenen)
NEERSLAG: Veel regen

Wat vind je hier: Tropische regenwouden, hele jaar groen

Slide 40 - Tekstslide

Van welk land zou deze klimaatgrafiek kunnen zijn?
Hele jaar door (veel) regen
Hele jaar door warm

Slide 41 - Tekstslide

Landklimaat (gematigd klimaat)

TEMPERATUUR: Zomer boven de 10 graden Celsius. Winter bepaalt de plantengroei


Gebieden met zachte winters (boven de -3 graden Celsius): Loofbomen (deze verliezen in de winter hun bladeren)
Gebieden met harde winters (onder de -3 graden Celsius): Alleen Naaldbomen (deze blijven het hele jaar goed)

Slide 42 - Tekstslide

Maak de werkbladen
Klimaatgrafiek tekenen op werkblad
Bestand met vragen in Teams
Alleen fluisterend overleggen!
Klaar? Taakwerk

Slide 43 - Tekstslide

Welke klimaten kennen we?
Vanaf de evenaar:

Slide 44 - Tekstslide

Welke klimaten kennen we?
  • Tropisch Regenwoud
  • Savanne
  • Steppe
  • Woestijn
  • Gematigd klimaat (land of zee)
  • Toendra
  • Polen

Slide 45 - Tekstslide

Verschillende producten uit verschillende klimaten (1)
Tropisch Regenwoudklimaat;
  • Koffie
  • Cacao
  • Bananen
  • Mango's
  • Rijst 
  • Palmolie

Slide 46 - Tekstslide

Verschillende producten uit verschillende klimaten
(2)
Savanne / Steppe (veel gras in dit gebied)
  • Graan (ook een soort grassoort)
  • Katoen
  • Pinda's

Slide 47 - Tekstslide

Verschillende producten uit verschillende klimaten
(3)

Landklimaat of Gematigd klimaat 
met lange warme zomers
  • Sinaasappels
  • Druiven

Slide 48 - Tekstslide

Verschillende producten uit verschillende klimaten
(4)

Landklimaat of Gematigd klimaat 
met korte koele zomers
  • Aardappels
  • Bosbessen

Slide 49 - Tekstslide

Verschillende producten uit verschillende klimaten
(5)

Toendraklimaat
Hier groeit alleen gras en mos, lekker voor de elanden daar, maar mensen hebben er niet zoveel aan

Slide 50 - Tekstslide

Verschillende producten uit verschillende klimaten
(6)


Woestijn en de polen
Hier kan niks groeien

Slide 51 - Tekstslide