4.2 Klassenindeling
1 / 21
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent dit?
De frequentie van de schoenmaat 38 in deze klas is 6.
De frequentie van de schoenmaat 38 in deze klas is 6.
Slide 3 - Open vraag
Hoeveel leerlingen zitten er in deze klas?
Leeftijd
14
15
16
17
frequentie
3
3
12
2
A
12
B
15
C
20
D
18
Slide 4 - Quizvraag
Hoeveel leerlingen in deze klas zijn 15 jaar?
Leeftijd
14
15
16
17
frequentie
3
3
12
2
A
0
B
2
C
3
D
12
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Terugblik.
Frequentietabel.
Wat moet er op de plek
van de vraagtekens staan?
Frequentietabel.
Wat moet er op de plek
van de vraagtekens staan?
A
1 en 0
B
0 en 2
C
1 en 2
D
geen idee
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Klassenindeling.
Wat moet er op de plek
van de A, B en C staan?
Wat moet er op de plek
van de A, B en C staan?
A
A:3, B:2, C:1
B
A:3, B:1, C:2
C
A:2, B:3, C:2
D
A:3, B:2, C:2
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Wat is waar?
A
Deze klassenindeling heeft 6 klassen.
B
Een groep getallen in een klassenindeling is een klasse.
Slide 17 - Quizvraag
Wat is waar?
A
De klassenbreedte is 1.
B
De modale klasse is 6,5-7,5.
C
De klassen moeten dezelfde breedte hebben.
D
Er is niet goed geturfd in deze klassenindeling.
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Wat moet je goed onthouden uit 4.2?
