India 3AG les3 5.2

India 3AG les3 5.2
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

India 3AG les3 5.2

Slide 1 - Tekstslide

WELKOM!

Slide 2 - Tekstslide

Welkom!

Slide 3 - Tekstslide

Waar ging vorige les over?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Link





cherrapunji

Slide 6 - Tekstslide

Cherrapunji
Amsterdam

Slide 7 - Tekstslide

Waarom zo veel neerslag in India in de zomer?

Slide 8 - Open vraag

Doelen 
Fysische dimensie in India
1. Je kunt uitleggen hoe moessonwinden en moessonregens ontstaan en hoe ze veranderen met de seizoenen.

Huiswerkcheck komende les

Slide 9 - Tekstslide

Moesson
Noteer in 5 stappen hoe de moessonwinden ontstaat.
Tweetallen
gebruik 5.2, BB nummers en internet
10 min

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

1

Slide 13 - Tekstslide

2

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Moessonwind
  1. Warme lucht stijgt op in de tropen. Er ontstaat een lage druk gebied: InterTropische Convergentie Zone (ITCZ).
  2. Wind ontstaat als lucht (van hoge druk) naar een lage druk gebied gaat: Passaatwinden.
  3. Op het noordelijk halfrond afwijking naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links: NO Passaat of ZO passaat.
  4. Door de verschuiving van de loodrechte zonnestand verschuift het ITCZ met de seizoenen mee: juni op N halfrond, in dec op Z halfrond
  5. Wind die over de evenaar gaat verandert van richting: Moessonwind


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

1

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag!
Keuze:
1. extra uitleg over ITCZ,  hoge/lage drukgebieden, corriolis effect, moessonwinden of stijgingsregen
2. maak 5.2 opdr 3 t/m 7

Tweetallen
20 min

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Welkom!

Slide 24 - Tekstslide

Doel
Fysische dimensie in India
1. Je kunt uitleggen hoe moessonwinden en moessonregens ontstaan en hoe ze veranderen met de seizoenen.

Komende les: SO 5.1 en 5.2 (40 min)
Daarna gewoon AK les (40 min)

Slide 25 - Tekstslide

Passaten en moesson winden
1. Teken het ITCZ in met een -
2. Teken de hoge drukgebieden rond 30 graden NB en ZB in met een +


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Passaten en moesson winden
1. Teken de InterTropische Convergentie Zone (ITCZ) in met een -
2. Teken de hoge drukgebieden rond 30 graden NB en ZB in met een +
3. Teken de passaatwinden in (let op: de aarde draait terwijl je tekent!)

Drietallen

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Op welke datum is de
situatie die je nu
getekend hebt?
A
21 juni
B
22 sept
C
21 dec
D
20 maart

Slide 31 - Quizvraag

Passaten en moesson winden
1. Teken het ITCZ in voor de maand juli met een -
2. Teken de hoge drukgebieden NB en ZB in met een +
3. Teken de passaatwinden in (let op: de aarde draait terwijl je tekent!)



Slide 32 - Tekstslide

Passaten en moesson winden
1. Teken het ITCZ in voor de maand juli met een -
2. Teken de hoge drukgebieden NB en ZB in met een +
3. Teken de passaatwinden in (let op: de aarde draait terwijl je tekent!)

Wat is er nu anders dan net?



Slide 33 - Tekstslide

L

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link

Waarom leidt de moesson wind tot zo veel neerslag?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Aan de slag!
Keuze:
1. extra uitleg over ITCZ,  hoge/lage drukgebieden, corriolis effect, moessonwinden of stijgingsregen
2. maak 5.2 opdr 3 en 5 t/m 7
3. oefenvragen maken (klassikaal)

Tweetallen
20 min
23 sept
SO 5.1-5.2

Slide 39 - Tekstslide

Oefenvraag 1
a. Leg uit waarom er aan de zuidkant van de hymalaya veel neerslag valt in de zomer.
b. Leg uit waarom er aan de zuidkant van de hymalaya weinig neerslag valt in de winter.

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Warme lucht stijgt op. Er ontstaat een ....... druk gebied: InterTropische Convergentie Zone (ITCZ).
Lage druk gebied
Hoge druk gebied

Slide 43 - Poll

Wind ontstaat als lucht van.... naar .... gaat.
Van lage naar hoge luchtdruk
Van hoge naar lage luchtdruk

Slide 44 - Poll

Op het noordelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar .... en op het zuidelijk halfrond naar .......
Noordelijk halfrond naar links, zuidelijk halfrond naar rechts
Noordelijk halfrond naar rechts, zuidelijk halfrond naar links

Slide 45 - Poll

Welke van de twee kaarten is in juni/juli?

Slide 46 - Poll

Voor volgende week
Lees paragraaf  5.2 en 5,3
Maak 5.2 opdr 3 t/m 7

Slide 47 - Tekstslide