Paragraaf 2.2

Welkom HA14

Ga zitten, pak je laptop en ga naar LessonUp.

Breuken.

     is een voorbeeld van een breuk

4 is de teller.

7 is de noemer

​7​​4​​

Breuken vereenvoudigen.

Ga opzoek naar een getal waardoor je de teller en noemer kan delen zodat het kleiner wordt. 

Hele uit de breuk halen.

Bereken hoe vaak je de noemer uit de teller kunt halen. 

Hele uit de breuk halen.

Bereken hoe vaak je de noemer uit de teller kunt halen. 

4 past 6 keer in 27.

Dan houd je er nog 3 over.

Hele uit de breuk halen.

Bereken hoe vaak je de noemer uit de teller kunt halen. 

4 past 6 keer in 27.

Dan houd je er nog 3 over.

Dit blijft dan in de breuk staan. 

Helen in de breuk zetten.

vermenigvuldig het getal dat voor de breuk staat met de noemer.

 

Helen in de breuk zetten.

vermenigvuldig het getal dat voor de breuk staat met de noemer.

Tel dit getal op met de teller. 

Vereenvoudig zo ver mogelijk en haal de helen eruit als dat kan.

​15​​9​​

1. ​15​​9​​
2. ​15​​3​​
3. ​5​​3​​
4. ​5​​9​​

Vereenvoudig zo ver mogelijk en haal de helen eruit als dat kan.

​8​​36​​

1. 4​8​​4​​
2. 4​4​​2​​
3. 4
4. 4​2​​1​​

Zet de helen in de breuk.

3​3​​2​​

1. ​3​​11​​
2. ​3​​8​​
3. ​3​​6​​
4. kan niet.

breuken optellen

Aan de slag

Maak de volgende opgaven:

18, 19 ,

blz. 61 + 63