PW H4 basis 3 economie

Noem naast geld nog een arbeidsmotief:
1 / 12
volgende
Slide 1: Open vraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Noem naast geld nog een arbeidsmotief:

Slide 1 - Open vraag

primaire sector
secundaire sector
tertiaire sector
buschauffeur
boer
metselaar
bloemenkweker
timmerman

verpleegster

Slide 2 - Sleepvraag

Als je het hebt over het geheel van vraag en aanbod bedoelen we...
A
de beroepsbevolking
B
de arbeidsmarkt
C
de vacatures
D
de werkgelegenheid

Slide 3 - Quizvraag

Welke van de volgende beweringen is juist?
A
het aanbod van arbeid bestaat uit alle banen en vacatures
B
als veel mensen een baan zoeken neemt de beroepsbevolking af
C
als een bedrijf sluit neemt de werkgelegenheid af
D
je hoort pas bij de beroepsbevolking als je ouder dan 65 bent

Slide 4 - Quizvraag

werkzaam: 1.234.000 jongeren werkloos: 155.000 jongeren
Hoeveel procent van de jongeren is werkloos?

Slide 5 - Open vraag

Amanda (15 jaar) werkt 8 uur per week in een groentezaak. Zij verdient daar 10% meer dan het minimumloon (€2,70)
Bereken hoeveel Amanda per maand verdient.

Slide 6 - Open vraag

Marieke en Stacy werken bij hetzelfde bedrijf. Ze zijn beiden 34 jaar en werken hetzelfde aantal uren. Toch verdient Marieke meer dan Stacy. Noem twee mogelijke redenen waarom Marieke meer verdient dan Stacy.

Slide 7 - Open vraag

In de …...........................… staan afspraken die gelden voor alle werknemers van dezelfde soort bedrijven. Die afspraken worden gemaakt tussen …...............................… en werkgevers. Als je in loondienst komt, sluit je als werknemer een 
....................................…..................… af met je …...........................................................… 
CAO
vakbonden
arbeidsovereenkomst
werkgever
vacature

Slide 8 - Sleepvraag

Bedrijven moeten aan hun personeel minimaal het wettelijk minimumloon betalen. Toch betalen veel bedrijven hun personeel vaak meer dan het wettelijk minimumloon.
Noem een reden waarom bedrijven dit doen.

Slide 9 - Open vraag

In een land zijn 550.000 werklozen. Dat is 8% van de beroepsbevolking.
Bereken hoe groot de totale beroepsbevolking is.

Slide 10 - Open vraag

De arbeidsdeelname van vrouwen is nog steeds lager dan die van mannen. De overheid probeert de arbeidsdeelname van vrouwen te vergroten. Bedenk een manier waarop de overheid de arbeidsparticipatie van vrouwen kan vergroten.

Slide 11 - Open vraag

Welke van de volgende personen telt mee als geregistreerde werkloze?


A
Aicha staat niet ingeschreven bij het UWV en werkt 10 uur in de week
B
Michiel heeft zich ingeschreven bij het UWV en zoekt een baan voor 20 uur in de week.
C
Tamar is 14 jaar en zoekt een bijbaantje bij een supermarkt.
D
Robert zoekt een baan voor ongeveer 30 uur in de week en heeft zich niet ingeschreven bij het UWV

Slide 12 - Quizvraag