3.5 Rijke steden, arm platteland

Deze les:
  • Terugblik par. 3.4- maakwerk-check en quizvragen
  • instructie par. 3.5
  • Zelfstandig werken
  • Hoe leren voor het PTA?

10% PTA over ARM EN RIJK
H1 par. 1 t/m 4 (Nigeria)
H2 par.  2 (VS en Lorenzcurve
H3 par. 1, 2, 4 en 5 (Nederland)

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Deze les:
  • Terugblik par. 3.4- maakwerk-check en quizvragen
  • instructie par. 3.5
  • Zelfstandig werken
  • Hoe leren voor het PTA?

10% PTA over ARM EN RIJK
H1 par. 1 t/m 4 (Nigeria)
H2 par.  2 (VS en Lorenzcurve
H3 par. 1, 2, 4 en 5 (Nederland)

Slide 1 - Tekstslide


Een bestemmingsplan is een plan van de gemeente over het gebruik van de ruimte.
A
goed
B
fout

Slide 2 - Quizvraag


Het opknappen van verouderde huizen noemen we saneren.
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quizvraag


Gemeenten proberen door middel van het armoedebeleid de leefbaarheid te verbeteren.
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quizvraag

3.5 Rijke steden, arm platteland

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel H3.5
  • Welke verschillen in arm en rijk zijn er tussen de verschillende delen van Nederland?

Begrippen:
 
beroepsbevolking, besteedbaar inkomen, sociaal-economische status, vergrijzing. 

Slide 6 - Tekstslide

Niet alleen binnen steden 
maar binnen Nederland is er verschil in welvaart

Slide 7 - Tekstslide

besteedbaar inkomen ?

Slide 8 - Woordweb

Mensen die niet bij de beroepsbevolking horen:
Mensen die niet bij de beroepsbevolking horen:
 - ouderen
 - kinderen
- Mensen die niet kunnen of willen werken (arbeidsongeschikt en onbetaald huishoudelijk werk).

In gebieden waar veel ouderen en werklozen wonen is het gemiddelde inkomen daarom lager.

Kijken naar welvaart in een gebied
Besteedbaar inkomen = Het inkomen dat iemand overhoudt na de betaling van belastingen en premies.
Armoedegrens
Armoedegrens = Het inkomen dat je minimaal nodig hebt om te kunnen voorzien in je behoefte aan voedsel, kleding, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs.
- Meer dan 10% in sommige Nederlandse gemeenten.

Beroepsbevolking > werkgelegenheid → werkloosheid
Verschillen in inkomen veel te maken met werk:
  • Beroepsbevolking = Iedereen die werk heeft of werk zoekt.
  • Werkgelegenheid = Alle banen in een gebied, ook de banen waarvoor nog mensen worden gezocht.
  • Werkloosheid = Het percentage mensen van de beroepsbevolking zonder werk. 
Werklozen kunnen uitkering krijgen maar dat is minder dan het loon dat iemand voor werk krijgt.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

beroepsbevolking in NL

Slide 13 - Tekstslide

Beroepsbevolking

  • mensen die kunnen & willen werken = beroepsbevolking
  • beroepsbevolking groter dan werk = werkeloosheid
  • werklozen horen ook bij beroepsbevolking (uitkering)

Slide 14 - Tekstslide

niet actieven
ouderen, kinderen en mensen die niet kunnen, willen werken (arbeidsongeschikten) 
Bepaalde gebieden waar niet actieven wonen hebben lager gemiddel inkomen

Slide 15 - Tekstslide



Randstad groeit door:

- Goede opleidingen
- Veel werkgelegenheid




Demografische krimp: 

- ontgroening
- vergrijzing
- afname beroepsbevolking 


Slide 16 - Tekstslide

Randstad pullfactoren?

Slide 17 - Tekstslide

Waarom trekken jongeren veelal naar de Randstad?
A
beter wonen, rust en landelijk
B
beter werk, hoger inkomen
C
grotere huizen, lagere grondprijzen
D
Hogere opleidingen, betere ziekenhuizen

Slide 18 - Quizvraag

Wat valt op?
In gebieden met rode kleur is de sociaal economische status lager. (meer armen)

In gebieden met de lichtgele kleur  (Randstad) hogere inkomens

Slide 19 - Tekstslide

Hoe komt dat?
In gebieden met rode kleur is de sociaal economische status lager. (meer armen)

In gebieden met de lichtgele kleur  (Randstad) hogere inkomens

Slide 20 - Tekstslide

Hoe komt dat?
In gebieden met rode kleur is de sociaal economische status lager. (meer armen)

In gebieden met de lichtgele kleur  (Randstad) hogere inkomens
In de Randstad vind je vaak meer en betere banen, hoge inkomens en veel voorzieningen. Goed opgeleide jongeren trekken hierheen
In landelijke gebieden ver van de stad is vaak minder werk. In de industrie, horeca en industrie vind je vaak eenvoudige banen. De jongeren trekken weg, ouderen blijven achter *vergrijzing

Slide 21 - Tekstslide

Lage sociaal-economische status

Kenmerken
lage opleiding, laag inkomen, werk met weinig aanzien, ongezonde leefstijl. 
De mensen worden er minder oud.

Slide 22 - Tekstslide

Leefbaar platteland
Armoede is niet hetzelfde als ongelukkig zijn.
 Landelijk gebied:
 - minder geluidsoverlast en luchtvervuiling
 - woningen en grond goedkoper
 - Groente verbouwen in eigen tuin en delen met buren

Slide 23 - Tekstslide

GEFELICITEERD!
WE HEBBEN NU ALLE STOF VAN 
 ARM & RIJK BEHANDELD!

Het PTA gaat over H1, H2.2 en H3 
van Arm en Rijk

Slide 24 - Tekstslide

Nu in de les..
Maak de opdrachten van H3.5
overslaan: 
1abcde1 (e2 wel), 3abc, 6c, 7a
timer
20:00000

Slide 25 - Tekstslide