2H1 Maandag 9 oktober week 41 2023

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bonjour 2H1 - lundi 9 octobre - 9.30-10.15 28ll - 239

Objectifs - lundi 9 Octobre

Ik weet in welke week ik de toets heb: maandag 23 oktober

Ik ken de taak v. week 41 en de leerdoelen van Chapitre 2

Herhaling Chapitre 1

Ik ken een liedje over het weer

Ik begrijp een geluidsfragment over de vakantie

Grammaire D Ik kan de passé composé gebruiken

Phrases-clés G Ik kan een tekst schrijven over mijn vakantie

Weektaak week 41

Opdracht Phrases-clés af

Chapitre 2 – Tu viens chez moi ?

A Écouter exercices 4ab, 5abc, 6ab, 7ab, 8ab

B Lire exercices 9, 10abc, 11ab, 12abc

Vocabulaire A et B SlimStampen

Huiswerk maandag: CH1 H Grammaire en F lire: check 33ab p48

Luisteroefening

Luisteroefening versie B  Une belle rencontre

Luister naar de tekst - je krijgt deze 1 keer te horen

Lees goed eerst de vragen - Luister en antwoord

Maak opdracht 2 in 3 minuten

Wij bespreken de antwoorden -

De passé composé - er -p33

- Wat is de passé composé en wanneer gebruik je deze?

- Uit welke 2 onderdelen bestaat de passé composé?

   Cet été j'ai nagé dans la piscine

    hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

- Welk hulpwerkwoord gebruik je in de passé composé? 

- Welke 3 werkwoorden hebben een onregelmatig v deelwrd?

  J 'ai eu des vacances super. J'ai été à Paris, j'ai fait du vélo 

Opdracht Parler de ses vacances

Objectif: parler de ses vacances

Je hebt 15 minuten om de opdracht te maken

Hulpmiddelen: Je voca en zinnetjes van Chapitre 1

Je hebt in deze les de opdracht af en neemt deze vóór do. op

Laat je opdracht vervolgens door de docent controleren

Neem de opdracht mee naar de volgende les 

Daarna: A Écouter exercices 4ab, 5abc, 6ab, 7ab, 8ab

Fin du cours

Wat heb ik geleerd in deze les? Hoe ging mijn oefening?

Weektaak week 41

Chapitre 2 – Tu viens chez moi ?

A Écouter exercices 4ab, 5abc, 6ab, 7ab, 8ab

B Lire exercices 9, 10abc, 11ab, 12abc

Vocabulaire A et B SlimStampen

Bezittelijk voornaamwoord

Pak je boek op p. 46

Lees 1 minuut de regel door en geef antwoord:

- Waar zegt het bezittelijk voornaamwoord iets over?

- Welke vorm neemt het aan in het Frans, noem de 3 vormen

- Bij welke woorden gebruik je altijd: 'mon' -> mon hotel/amie?

- Geef drie voorbeelden: Mijn pen - Onze tas - Hun boeken

Het bezittelijk voornaamwoord

Mijn -> mon frère = mannelijk / ma soeur = vrouwelijk

               mes frères/soeurs = meervoud

Jouw -> ton frère - ta soeur - tes soeurs/frères

Zijn/haar -> son voisin - sa voisine - ses voisins

Onze -> notre voisin - nos voisins

Jullie -> votre prof - vos profs

Hun -> leur prof - leurs profs

Bezittelijk voornaamwoord

H Grammaire bespreken: 30abde, 31abd  p 46

Maak 33 ab  p. 49

- maak gehele zinnen en gebruik de passé composé en

   het bezittelijk voornaamwoord

- gebruik je phrases-clés op p. 52

Je hebt 5 minuten - klaar? help je buurman/ buurvrouw