Grammatica les 1 (opdr. 1 tm 5)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Blok 1 Grammatica

Boek: blz. 19 t/m 21

Start les

• 15 min gezamenlijk lezen. Pak het boek spijker zwijgen. Achter in de klas.
• Spullen op tafel?
• Wacht rustig tot de les begint.

lesdoelen

In dit blok herhaal je wat je vorig jaar hebt geleerd.

Aan het einde van deze les kun je:

- werkwoorden in de tegenwoordige en verleden tijd zetten.

- de persoonsvorm benoemen in een zin.

- het bouwplan van een zin maken.

- uitleggen wat een persoonsvorm,heel werkwoord en een voltooid deelwoord is.

Zoek de PV (blz: 19)

Om de PV (persoonsvorm) te vinden kun je twee (3) dingen doen: 

1) Maak van de zin een vraagzin. 

2) Zet de zin in een andere tijd. (= tijdproef) 

voorbeeld:

Wij lopen naar school - Wij liepen naar school 

Lopen verandert in liepen. Lopen is de PV 

Je past de tijdsproef toe.
Welke werkwoordsvorm verandert dan?

1. heel werkwoord
2. persoonsvorm
3. verleden tijd
4. voltooid deelwoord

Pas de tijdsproef toe:
Ik wandel met mijn hond.
Ik …… met mijn hond.

Pas de tijdsproef toe:
Mijn vrienden hadden mij thuis opgehaald.
Mijn vrienden ….. mij thuis opgehaald.

Hoe vind je de persoonsvorm?

1. door een vraagzin te maken of de tijdproef te doen
2. door te vragen wie iets heeft gedaan

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

Wat is de persoonsvorm?

1. De persoonsvorm
2. is
3. altijd
4. een werkwoord

Noteer de persoonsvorm.

Gisteren heeft de mentor  een vakantie geboekt.

Noteer de persoonsvorm.

"De docent probeert de persoonsvorm uit te leggen."

Noteer de persoonsvorm.

In een safaripark lopen de dieren vrij rond. 

Noteer de persoonsvorm.

Gisteren heeft zijn opa een vakantie geboekt.

Wij maken ons huiswerk na schooltijd.
maken =

1. heel werkwoord
2. persoonsvorm
3. tegenwoordige tijd
4. voltooid deelwoord

Wij zullen ons huiswerk na schooltijd maken.
'Maken' is in deze zin een heel werkwoord.
Leg uit waarom.

Hoe vind je de persoonsvorm?

Hoe vind je de persoonsvorm?

Ik kan de persoonsvorm vinden in een zin.

😒🙁😐🙂😃

Huis/ schoolwerk

maken:  

opdr. 1 t/m 5    (blz. 20 - 21)

Wij beginnen samen.

Lukt het niet overleg met je buurman/vrouw

Vraag het aan de docent. Deze loopt langs. Heb geduld.